Uitspraak Hof van Justitie over schorsende werking in asielzaken

Gepubliceerd op 26 september 2018

Vandaag (26 september 2018) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg prejudiciële vragen beantwoord over de schorsende werking van hoger beroep in asielzaken. De Afdeling bestuursrechtspraak wil weten of uit de Europese Procedure- en de Terugkeerrichtlijn volgt dat een hoger beroep in een asielzaak bij de Afdeling bestuursrechtspraak automatisch ('van rechtswege') schorsende werking moet hebben. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelde de vragen in maart 2017 aan het Hof van Justitie.

Aanleiding voor de vragen

De Afdeling bestuursrechtspraak stelde de prejudiciële vragen in twee afzonderlijke zaken; de ene zaak gaat over een weigering van een asielvergunning, de andere over een besluit om van een Irakese vreemdeling huur- en zorgtoeslag terug te vorderen. In de Nederlandse wet is niet geregeld dat het instellen van hoger beroep in asielzaken bij de Afdeling bestuursrechtspraak automatisch schorsende werking heeft. Schorsende werking is er alleen voor de procedure bij de rechtbank. Dat betekent dat een vreemdeling de behandeling van zijn beroep bij de rechtbank wel in Nederland mag afwachten, maar zijn hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak niet.

Antwoord van het Hof

Het Hof van Justitie oordeelt in zijn arresten dat de Europese Procedure- en Terugkeerrichtlijn zich niet tegen de Nederlandse regeling verzetten. Dat betekent dat uit die richtlijnen niet volgt dat hoger beroep 'van rechtswege' schorsende werking moet hebben.

Voortzetting behandeling

Met het antwoord van het Hof van Justitie is nog geen einde gekomen aan deze procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij heeft in maart 2017 de behandeling van de zaak geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Nu het Hof van Justitie de prejudiciële vragen heeft beantwoord, zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van de zaak voortzetten en daarna een definitieve uitspraak doen. Tot die tijd zal de Afdeling bestuursrechtspraak de huidige praktijk voortzetten, waarbij meer dan voorheen wordt bepaald dat een vreemdeling niet wordt uitgezet voordat op het door hem ingestelde hoger beroep is beslist.

Lees hier het arrest met nummer C-175/17 en hier het arrest met nummer C-180/17 van het Europese Hof van Justitie van 26 september 2018.

Lees hier het persbericht en de volledige tekst van de verwijzingsuitspraken van 29 maart 2017 met zaaknummers 201508668/1 (de toeslagzaak) en 201609659/3 (de asielzaak).