Schorsing van twee natuurvergunningen waarbij het PAS is toegepast

Gepubliceerd op 9 maart 2018

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (9 maart 2018) twee natuurvergunningen geschorst waarbij het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is toegepast. Het gaat om natuurvergunningen voor twee veehouderijen in Gelderland en Noord-Brabant. De uitspraak heeft tot gevolg dat de veestapel op deze bedrijven voorlopig niet mag uitbreiden.

Drie natuurorganisaties hadden de voorzieningenrechter gevraagd natuurvergunningen voor vijf veehouderijen te schorsen. Volgens hen is niet uitgesloten dat de stikstofuitstoot van deze veehouderijen nadelige en onomkeerbare gevolgen zal hebben voor natuurgebieden. In de uitspraak van vandaag oordeelt de voorzieningenrechter dat dat in bepaalde situaties inderdaad het geval is.

Prejudiciële vragen

De Afdeling bestuursrechtspraak stelde in mei 2017 zogenoemde prejudiciële vragen over het PAS aan het Hof van Justitie in Luxemburg. Hoewel de Afdeling bestuursrechtspraak constateerde dat het PAS moet worden verbeterd of aangevuld, heeft zij destijds besloten om in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie de natuurvergunningen niet te schorsen. Het PAS stelt 'stikstofruimte' beschikbaar voor nieuwe activiteiten. Het systeem van het PAS heeft een looptijd van zes jaar (2015-2021). Daarin is een buffer ingebouwd door een deel van de uit te geven stikstofruimte te reserveren voor de eerste helft van die zes jaar (60%), en een deel voor de tweede helft daarvan (40%). De verwachting van de Afdeling bestuursrechtspraak was dat de uitgifte van 60% van de stikstofruimte tot 1 juli 2018 geen onomkeerbare gevolgen voor de natuur zou hebben. En ook dat het PAS verbeterd en aangevuld zou zijn, voordat de buffer van 40% zou worden uitgegeven.

Buffer al aangesproken

Maar uit de uitspraak van vandaag blijkt dat op bepaalde plaatsen in een aantal natuurgebieden al meer dan 60% van die stikstofruimte is uitgegeven. De buffer van 40% is op die plaatsen niet of niet meer volledig aanwezig. De verantwoordelijke ministers hebben het PAS nog niet verbeterd en aangevuld. Zolang dat niet is gebeurd, kan niet worden uitgesloten dat de toename van stikstofdepositie op die plaatsen nadelige of onomkeerbare gevolgen voor de natuurwaarden zal hebben, aldus de voorzieningenrechter.

Duidelijk kader voor toekomstige schorsingsverzoeken

Het is niet uitgesloten dat ook in zaken over andere natuurvergunningen waarbij het PAS is toegepast, schorsingsverzoeken zullen worden gedaan. In de voorlopige uitspraak van vandaag staan de voorwaarden op grond waarvan een natuurvergunning dan naar verwachting zal worden geschorst. Het gaat daarbij om veehouderijen die stikstof uitstoten op delen van natuurgebieden waarvoor meer dan 60% van de stikstofruimte is uitgegeven, en waarbij de veehouderij nog niet of niet helemaal is uitgebreid. Ook moet het gaan om een vergunning waarin stikstofruimte (in het PAS 'ontwikkelingsruimte' genoemd) is toebedeeld.

Natuurvergunningen na 1 juli 2018

Deze uitspraak kan ook gevolgen hebben voor toekomstige natuurvergunningen. Uit het systeem van het PAS volgt dat na 1 juli 2018 vergunningen kunnen worden verleend waarin ontwikkelingsruimte uit de buffer van 40% wordt toebedeeld. Zolang de verantwoordelijke ministers het PAS niet verbeteren en aanvullen, zullen naar verwachting ook toekomstige schorsingsverzoeken worden beoordeeld aan de hand van de voorwaarden die in de uitspraak zijn genoemd.

Lees hier de volledige uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummers 201600617/4 en andere.

Lees ook het persbericht dat in mei 2017 is uitgebracht bij het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. Dat bericht bevat ook algemene informatie over het PAS.