Afdeling bestuursrechtspraak wil uitleg over verwerken en bewaren van biometrische gegevens in vreemdelingenadministratie

Gepubliceerd op 31 januari 2018

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (woensdag 31 januari 2018) zogenoemde 'prejudiciële vragen' gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De zaken gaan over twee Turkse onderdanen, die bij hun aanvraag om een voorlopige verblijfsvergunning verplicht zijn om mee te werken aan het verstrekken van persoonsgegevens in de vorm van een digitale gezichtsopname en tien vingerafdrukken. Deze zogenoemde biometrische gegevens worden vervolgens opgeslagen en bewaard in de vreemdelingenadministratie.

Prejudiciële vragen

De Afdeling bestuursrechtspraak ziet zich in deze zaken voor de vraag gesteld of de Nederlandse regeling die Turkse onderdanen verplicht om persoonsgegevens te verstrekken in overeenstemming is met Europese regels en met de Assocatieovereenkomst tussen Europa en Turkije. In het bijzonder wil de Afdeling bestuursrechtspraak weten of het verwerken en opslaan van deze gegevens verder gaat dan nodig is om identiteits- en documentfraude te voorkomen en te bestrijden. In verband hiermee wil de Afdeling bestuursrechtspraak ook weten of de bewaartermijn nog van belang is.

Verder kunnen deze persoonsgegevens ook aan derden beschikbaar worden gesteld voor strafrechtelijke doeleinden. De Afdeling bestuursrechtspraak wil op dit punt van het Hof van Justitie weten of dit een beperking is op de toegang tot de werkgelegenheid van Turkse onderdanen, of dat die mogelijkheid te onzeker en indirect is om een beperking te kunnen zijn. Als het een beperking is, wil de Afdeling bestuursrechtspraak vervolgens weten of het verstrekken van persoonsgegevens noodzakelijk is voor het voorkomen, opsporen en onderzoeken van misdrijven. Dit is immers een beperking van grondrechten van betrokkenen.

Schorsing behandeling

De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de verdere behandeling van deze concrete zaken in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling voortzetten en uiteindelijk een definitieve uitspraak doen in deze zaken.

Lees hier de volledige tekst van de verwijzingsuitspraak met zaaknummers 201601536/1 en 201601554/1.