Mag gezinshereniging worden afgewezen na te late aanvraag?

Gepubliceerd op 20 juni 2017

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (21 juni 2017) in twee vreemdelingenzaken zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. De Afdeling bestuursrechtspraak wil onder meer weten of deze richtlijn toestaat dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een aanvraag om gezinshereniging afwijst omdat deze niet binnen de wettelijke termijn van drie maanden is ingediend

Achtergrond

Het gaat in deze zaken om drie vreemdelingen, een uit Afghanistan en twee uit Eritrea. Zij hebben gebruik willen maken van een gunstige regeling voor gezinshereniging die geldt voor gezinsleden van vreemdelingen met een asielvergunning. Op grond van deze regeling hadden zij binnen drie maanden nadat hun gezinslid in Nederland een asielvergunning kreeg, om gezinshereniging moeten vragen. Zij hebben hun aanvragen echter te laat ingediend. De staatssecretaris heeft de aanvragen daarom afgewezen.

De vreemdelingen zijn het daarmee niet eens en vinden dat de staatssecretaris rekening had moeten houden met hun persoonlijke omstandigheden. Zij kunnen nu alleen nog gebruikmaken van de reguliere procedure om herenigd te worden met hun gezinsleden in Nederland, maar die regeling is minder gunstig.

Prejudiciële vragen

De wettelijke termijn van drie maanden is gebaseerd op de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. Maar het is de vraag of deze richtlijn toestaat dat de staatssecretaris een aanvraag om gezinshereniging afwijst om de enkele reden dat die aanvraag buiten de termijn van drie maanden is ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak wil daarom van het Hof van Justitie weten of deze Nederlandse regeling in overeenstemming is met de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn.
Zij wil daarbij ook van het Hof weten of voor de beantwoording van die vraag van belang is dat voor de vreemdelingen de reguliere procedure voor gezinshereniging openstaat. In die procedure wordt de aanvraag wel altijd inhoudelijk beoordeeld en wordt rekening gehouden met de belangen van de vreemdelingen.

Schorsing behandeling

De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de behandeling van de zaken in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van deze zaken voortzetten en hierin definitieve uitspraken doen.

Lees de uitspraak met zaaknummers 201505478/1 en 201605532/1.