Tussenuitspraken over veldproeven met genetisch gemodificeerde maïs

Gepubliceerd op 16 juli 2008

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelt zogenoemde prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg in drie zaken over veldproeven met genetisch gemodificeerde maïs. De minister van VROM heeft in maart 2007 voor deze proeven vergunningen verleend aan het Duitse bedrijf Pioneer. Het gaat om locaties in Venray, Werkendam en Haaksbergen. Met de genetische modificatie wordt beoogd de maïs bestand te maken tegen bepaalde soorten insecten. Onder meer Greenpeace Nederland verzet zich tegen de proeven vanwege risico's voor het milieu.

De Raad van State stelt de vragen aan het Europese Hof om te kunnen bepalen of de minister de precieze locaties van de proeven bekend moet maken. De minister heeft volstaan met een globale aanduiding van de gebieden in Venray, Werkendam en Haaksbergen ter grootte van twintigmaal de afzonderlijke proefvelden, onder meer omdat dit eventuele sabotage van de proeven kan voorkomen. In een Europese richtlijn (2001/18/EG) staat echter dat de 'plaats van introductie' van de genetisch gemodificeerde maïs niet vertrouwelijk mag blijven, maar volgens de Raad van State geeft de richtlijn onvoldoende duidelijkheid hoe nauwkeurig die 'plaats' moet zijn omschreven.

De Raad van State volgt met het stellen van de vragen Frankrijk, dat in december 2007 ook vragen stelde aan het Hof van Justitie over de uitleg van het begrip 'plaats van introductie'. De behandeling van de beroepen van Greenpeace tegen de vergunningen voor de veldproeven wordt geschorst totdat het Hof uitspraak heeft gedaan. Daarna zal de Raad van State de behandeling voortzetten en een definitieve uitspraak doen in deze zaak. De uitspraken van de Raad van State van 16 juli 2008, met daarin de prejudiciële vragen, zijn op deze site te vinden via de zaaknummers 200702756/1, 200702758/1 en 200702759/1.