Uitspraak Hof van Justitie over Tamiltijgers op Europese terrorismelijst

Gepubliceerd op 14 maart 2017

Vandaag (14 maart 2017) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg prejudiciële vragen beantwoord over de plaatsing van de Tamiltijgers op de Europese terrorismelijst. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelde de vragen in april 2014 aan het Hof van Justitie.

Het gaat in deze zaak om een besluit van de minister van Buitenlandse Zaken om de financiële tegoeden van vier mannen te bevriezen. De mannen zouden zich volgens de minister bezighouden met fondsenwerving voor de Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE), beter bekend als de Tamiltijgers. De Tamiltijgers is een organisatie in Sri Lanka, die sinds de jaren zeventig strijdt voor een onafhankelijke Tamilstaat. Het besluit van de minister is onder meer gebaseerd op het besluit van de Raad van de Europese Unie om de LTTE op de Europese terrorismelijst te plaatsen.

Prejudiciële vragen

De Afdeling bestuursrechtspraak wilde weten of de Raad van de Europese Unie de LTTE terecht op de Europese terrorismelijst heeft geplaatst. De Afdeling bestuursrechtspraak betwijfelt dat, omdat onzeker is of handelingen van strijdkrachten in een gewapend conflict als terroristische daden kunnen worden beschouwd. Daarom wil de Afdeling bestuursrechtspraak van het Hof van Justitie in Luxemburg weten of de mannen zelf de geldigheid van het Europese besluit tot plaatsing van de LTTE op de Europese terrorismelijst hadden kunnen aanvechten in Luxemburg. Mocht dat het geval zijn, dan moet de Afdeling bestuursrechtspraak – omdat de mannen het Europese besluit niet aangevochten hebben - ervan uitgaan dat de LTTE terecht op de terrorismelijst is geplaatst. Als dat niet het geval is, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het Hof van Justitie gevraagd te oordelen over de geldigheid van het Europese besluit.

Antwoord van het Hof

Het Hof van Justitie oordeelt in zijn arrest dat “handelingen van strijdkrachten tijdens een gewapend conflict in de zin van het internationale humanitaire recht ‘terroristische daden’ kunnen vormen.” Het feit dat de activiteiten van de Tamiltijgers handelingen van strijdkrachten kunnen vormen, doet naar het oordeel van het Hof van Justitie niet af aan de geldigheid van de Uniehandelingen over de plaatsing van de organisatie op de bevriezingslijst.

Voortzetting behandeling

Met het antwoord van het Hof van Justitie is nog geen einde gekomen aan deze procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Zij heeft in april 2014 de behandeling van de zaak geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Nu het Hof van Justitie de prejudiciële vragen heeft beantwoord, zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling van de zaak voortzetten en daarna een definitieve uitspraak doen.

Lees hier (pdf, 37 kB) het persbericht en de volledige tekst van het arrest van het Hof van Justitie in Luxemburg van 14 maart 2017.

Lees hier het persbericht en de volledige tekst van de verwijzingsuitspraak van 2 april 2014 met zaaknummers 201201220/1, 201202328/1, 201209742/1 en 201209744/1.