Aanvullende informatie over vreemdelingenzaken


Een vreemdeling kan bij de rechtbank in beroep gaan als de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn verzoek tot verblijf in Nederland weigert. Vervolgens is hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mogelijk. De procedure in de Vreemdelingenwet wijkt op sommige onderdelen af van de procedure in de andere zaken die de Afdeling bestuursrechtspraak behandelt.

Verblijfsvergunning asiel

Om te komen tot een kortere asielprocedure voorziet de Vreemdelingenwet in één verblijfsvergunning voor elke asielzoeker die voor toelating in Nederland in aanmerking komt. Iedereen die zo’n vergunning krijgt, heeft recht op dezelfde voorzieningen. Deze vergunning voor bepaalde tijd wordt voor vijf jaar verleend. Na het verstrijken van deze periode kan een aanvraag worden ingediend voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.

Beroep en hoger beroep in asielzaken

Als de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hun verzoek om toelating afwijst, kunnen asielzoekers direct beroep instellen bij de rechtbank. Tegen een uitspraak van de rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Verblijfsvergunning regulier

Een vreemdeling kan ook op andere gronden dan asiel om toelating tot Nederland vragen, bijvoorbeeld om in Nederland te werken of voor familiehereniging. Op grond van de Vreemdelingenwet wordt dan eerst een vergunning voor bepaalde tijd verleend. Aan deze vergunning wordt een beperking verbonden die samenhangt met het doel waarvoor het verblijf is toegestaan. Na het verstrijken van deze periode kan een aanvraag worden ingediend voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.

Bezwaar, beroep en hoger beroep in reguliere zaken

Vreemdelingen die een reguliere verblijfsvergunning verzoeken, moeten tegen een afwijzende beslissing eerst bezwaar maken bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dat geldt ook bij een afwijzende beslissing op een verzoek om afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf. Tegen de beslissing van de staatssecretaris op het bezwaarschrift staat vervolgens beroep open bij de rechtbank. Tegen een uitspraak van de rechtbank kan tot slot nog hoger beroep worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Beslissing afwachten

De asielzoeker mag op grond van de Vreemdelingenwet de beslissing op het beroep bij de rechtbank in beginsel wel in Nederland afwachten, maar de beslissing op het hoger beroep niet. Vreemdelingen die op andere gronden dan asielgronden om toelating hebben verzocht, mogen in beginsel de beslissing op het beroep bij de rechtbank en op het hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak niet in Nederland afwachten.

Beroep en hoger beroep in bewaringszaken

Een vreemdeling aan wie een vrijheidsontnemende maatregel (bewaring) is opgelegd, kan daartegen beroep instellen bij de rechtbank en vervolgens hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Voor zogenoemde verlengingsbesluiten geldt dit ook. Er kan geen hoger beroep worden ingediend tegen de beslissing van de rechtbank op een verzoek om toekenning van een schadevergoeding wegens het ten onrechte opleggen van een vrijheidsontnemende maatregel. Tegen een beslissing over het voortduren van de vrijheidsontnemende maatregel kan wel beroep worden ingesteld bij de rechtbank, maar er kan vervolgens geen hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

De termijn om hoger beroep in te stellen

De termijn voor het instellen van hoger beroep is één óf vier weken. Dat hangt af van het soort vreemdelingenzaak. Voor asielzaken die niet in de korte asielprocedure zijn afgedaan en voor reguliere zaken geldt een termijn van vier weken. Voor asielzaken die wel in de korte asielprocedure zijn afgedaan en voor bewaringszaken geldt een termijn van één week. Deze termijnen staan in de Vreemdelingenwet. De termijn start op de dag nadat de rechtbank de uitspraak heeft verzonden of digitaal ter beschikking heeft gesteld. Deze termijn is heel belangrijk. Als u zich niet aan de termijn houdt, verspeelt u uw recht om hoger beroep in te stellen.

Eisen aan het hoger beroep

De procedureregels in de Algemene wet bestuursrecht en in de Vreemdelingenwet moeten nauwgezet worden gevolgd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de eis dat een afschrift van de uitspraak waartegen hoger beroep wordt ingesteld, moet worden overgelegd en dat het hogerberoepschrift een of meer gemotiveerde grieven moet bevatten. Bij het niet volgen van deze procedureregels schrijft de Vreemdelingenwet voor dat een hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Zogenoemde verzuimen kunnen nog binnen een bepaalde termijn worden hersteld, maar dat geldt niet voor de grieven. Deze moeten meteen worden ingediend, binnen de termijn die voor het hoger beroep geldt.

Griffierecht in vreemdelingenzaken

Voor het hoger beroep in asiel- en bewaringszaken hoeft u geen griffierecht te betalen. Voor het hoger beroep in de overige vreemdelingenzaken wel.

De hoogte van dit bedrag is € 259 voor natuurlijke personen (individuele burgers). Niet-natuurlijke personen (verenigingen, stichtingen, bedrijven, overheden) betalen een bedrag van € 519.

Voor een aantal procedures gelden afwijkende tarieven. Het gaat om procedures die betrekking hebben op de Wet inburgering waarbij een bestuurlijke boete van maximaal € 340 is opgelegd. Er geldt ook een afwijkend tarief als het hoger beroep in een procedure over de Wet inburgering is ingesteld door of op naam van een individuele burger. Dan is het bedrag € 128.

Zaken met zeer grote spoed

Wilt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen dat niet kan wachten op de reguliere openingstijden van de Raad van State, dan kunt u contact opnemen met het algemene telefoonnummer van de Raad van State. Dit nummer is: 070 – 426 44 26. Let op: faxen worden alleen verwerkt tijdens reguliere openingstijden. Als daarbuiten een fax wordt ingediend, zonder dat daarover eerst telefonisch contact is opgenomen met de Raad van State, wordt de zaak pas de volgende ochtend in volgorde van binnenkomst verwerkt. Ditzelfde geldt voor verzoeken om voorlopige voorzieningen die via het Digitaal loket worden ingediend.

Duur van een beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak

De wettelijke termijn voor de afdoening van vreemdelingenzaken is maximaal 23 weken. Maar afhankelijk van het soort zaak kan de termijn waarbinnen de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak doet, aanzienlijk korter zijn. Dit geldt in het bijzonder voor bewaringszaken en zaken van de korte asielprocedure. Een uitspraak op een verzoek om voorlopige voorziening wordt in de regel binnen drie weken gedaan. Maar als het nodig is, kan deze ook veel sneller worden gedaan.

De uitspraak

De uitspraak wordt aan procespartijen digitaal ter beschikking gesteld of toegezonden. In spoedzaken kan de Raad van State de uitspraak aan partijen faxen. De zogenoemde uitgeschreven uitspraken publiceert de Raad van State op de website. Uitspraken die alleen een standaardformulering bevatten worden niet gepubliceerd op deze website. Het gaat dan om uitspraken die op grond van artikel 91, tweede lid, van de Vreemdelingenwet zijn afgedaan.


Zaaknummers

Een actueel overzicht van nummers van vreemdelingenzaken waarin de Afdeling bestuursrechtspraak om 14.00 uur uitspraak doet.

Motivering uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft acht manieren waarop zij haar uitspraken motiveert in vreemdelingenzaken.

Overzicht zittingen in vreemdelingenzaken

In veel vreemdelingenzaken doet de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak zonder een zitting te houden. Maar in sommige gevallen is een zitting toch nodig.