Ontwerpbesluit aangewezen instanties en interne instanties Metrologiewet.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit houdende regels omtrent aangewezen instanties en interne instanties Metrologiewet (Besluit aangewezen instanties en interne instanties Metrologiewet), met nota van toelichting.

Bij Kabinetsmissive van 18 september 2015, no.2015001569, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit, houdende regels omtrent aangewezen instanties en interne instanties Metrologiewet (Besluit aangewezen instanties en interne instanties Metrologiewet), met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit strekt tot implementatie van richtlijn 2014/32/EU betreffende de harmonisatie van wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten en richtlijn 2014/31/EU betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen (hierna: de richtlijnen) en vervangt het Besluit aangewezen instanties Metrologiewet (Stb. 2006, 274) (hierna: het oude besluit).

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het besluit vast te stellen, maar acht aanpassing van het ontwerpbesluit aangewezen. De Afdeling adviseert om op het tijdstip van inwerkingtreding van het ontwerpbesluit het oude besluit in te trekken en daarbij te voorzien in overgangsrecht.

1. Overgangsrecht
De toelichting vermeldt dat voor een korte periode zowel het oude besluit als het ontwerpbesluit van kracht moeten zijn. Hiermee wordt beoogd dat in de aanloop naar de uiterste implementatiedatum van de richtlijnen van 20 april 2016 de bestaande instanties een aanvraag kunnen indienen voor aanwijzing op grond van het ontwerpbesluit, maar in die periode nog steeds werkzaamheden kunnen uitvoeren op grond van het oude besluit. Daartoe zal artikel 11 van het ontwerpbesluit, de bepaling die het oude besluit intrekt, later in werking treden dan de andere bepalingen van dit ontwerpbesluit.

De Afdeling acht het onwenselijk om het ontwerpbesluit en het oude besluit voor een periode naast elkaar te laten bestaan. Daardoor is voor de periode dat het ontwerpbesluit en het oude besluit beide van kracht zijn niet duidelijk welk besluit op welke gevallen van toepassing is. De Afdeling adviseert om op het tijdstip van inwerkingtreding van het ontwerpbesluit het oude besluit in te trekken en daarbij te voorzien in een overgangsregime dat bewerkstelligt dat het oude besluit van toepassing blijft op instanties die vóór de datum van inwerkingtreding van het ontwerpbesluit zijn aangewezen (op grond van het oude besluit) tot het tijdstip dat deze instanties zijn aangewezen op grond van het ontwerpbesluit of tot 20 april 2016. Inwerkingtreding op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, wordt daarmee overbodig.

De Afdeling adviseert het ontwerpbesluit in het licht van bovenstaande aan te passen.

2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend vice-president van de Raad van State


Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W15.15.0323/IV

- In artikel 4, zesde lid, van het ontwerpbesluit "het productieproces" vervangen door: het massa- of seriële karakter van het productieproces.


Nader rapport (reactie op het advies) van 3 december 2015

De Afdeling adviseert het besluit vast te stellen, maar acht aanpassing van het ontwerpbesluit aangewezen.

1. De Afdeling adviseert om op het tijdstip van inwerkingtreding van het ontwerpbesluit het Besluit aangewezen instanties Metrologiewet (het oude besluit) in te trekken en daarbij te voorzien in overgangsrecht. De Afdeling acht het onwenselijk om het ontwerpbesluit en het oude besluit voor een periode naast elkaar te laten bestaan waarbij het niet duidelijk is welk besluit op welke gevallen van toepassing is.

Het ontwerpbesluit en de nota van toelichting zijn aangepast. In het ontwerpbesluit staat nu dat het in werking treedt met ingang van 1 januari 2016 en dat het oude besluit blijft gelden voor reeds aangewezen instanties die nog niet zijn aangewezen op grond van het nieuwe besluit tot 20 april 2016, de implementatiedatum van de richtlijnen (artikelen 12 en 13).

2. De redactionele opmerking van de Afdeling is overgenomen. Verder zijn nog enkele kleine juridisch technische wijzigingen aangebracht.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Economische Zaken


Gehele tekst ontwerpregeling met toelichting