Voorstel van wet met memorie van toelichting houdende wijziging van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met de evaluatie van die wet.


Volledige tekst

Voorstel van wet met memorie van toelichting houdende wijziging van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met de evaluatie van die wet.

Bij Kabinetsmissive van 3 augustus 2000, no.00.004482, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K.Y.I.J. Adelmund, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende wijziging van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met de evaluatie van die wet.

Met dit wetsvoorstel wordt een aantal artikelen uit de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank (WVI) gewijzigd. De wijzigingen vloeien voort uit aanbevelingen die zijn gedaan op basis van onderzoek naar de effecten van de wet tussen 1994 en 1999 en hebben in het bijzonder betrekking op het financieel toezicht op de Informatie Beheer Groep. De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking over de benoeming van leden van de Raad van Toezicht. Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het wetsvoorstel wenselijk is.

1. In het voorstel is geen rekening gehouden met de mogelijkheid van het bekleden van nevenfuncties door leden van de Hoofddirectie, en met de wenselijkheid van openbaarmaking daarvan. Gelet op de voorbeeldfunctie van het openbaar bestuur adviseert de Raad van State hierin alsnog te voorzien in ieder geval voor de periode dat de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen nog niet in werking is getreden.

2. In het voorgestelde artikel 5, tweede lid, WVI wordt gekozen voor benoeming van de leden van de Raad van Toezicht door de minister na overleg met de Raad van Toezicht, omdat het volgens de memorie van toelichting van groot belang is dat de Raad van Toezicht zijn opvattingen en voorkeuren kenbaar kan maken. Aangezien het initiatief tot de voordracht en de benoeming bij de minister berust, verdient het aanbeveling de formulering te gebruiken "de Raad van Toezicht gehoord".

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State



Nader rapport (reactie op het advies) van 21 november 2000


1. Het advies van de Raad van State om, vooruitlopend op de totstandkoming van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, een regeling op te nemen omtrent het bekleden van nevenfuncties, is overgenomen.

2. Het advies van de Raad van State om in artikel 5, tweede lid, de formulering «de Raad van Toezicht gehoord» te gebruiken is overgenomen. De memorie van toelichting is aangepast.

3. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in artikel 12 het woord «goedkeuring» te vervangen door «instemming» om onduidelijkheid over de toepasselijkheid van afdeling 10.2.1 (goedkeuring) van de Algemene wet bestuursrecht te voorkomen.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen