Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen.

Bij Kabinetsmissive van 21 februari 2000, no.00.000832, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K.Y.I.J. Adelmund, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur op grond van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen.

Het ontwerpbesluit voorziet in de doorvoering van nog niet gerealiseerde wijzigingen in verschillende algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de reeds op 1 januari 1997 ingevoerde decentralisatie van huisvestingsvoorzieningen in het onderwijs. De Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt daarbij de volgende kanttekeningen, in het bijzonder met betrekking tot de wijze waarop in de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit de terugwerkende kracht wordt gemotiveerd.

1a. In het ontwerpbesluit wordt in het artikel XI, tweede, derde, vierde en zesde lid, aan de inwerkingtreding van diverse artikelen terugwerkende kracht verleend. Ingevolge aanwijzing 167, eerste lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar) kan terugwerkende kracht alleen aan een regeling worden verleend indien daarvoor een bijzondere reden bestaat. In de toelichting wordt nergens een bijzondere reden vermeld. Het college adviseert de toelichting op dit punt uit te breiden.

b. Indien sprake is van bepalingen met een belastende werking acht het college, mede gelet op het derde lid van aanwijzing 167 Ar, de verlening van terugwerkende kracht alleen geoorloofd indien sprake is van een uitzonderlijk geval. Gelet op het huidige in de artikelen C 15a en C 16a van het besluit trekkende bevolking WPO neergelegde vergoedingenstelsel is het niet duidelijk of de desbetreffende scholen er met de in de voorgestelde bepalingen opgenomen normen op achteruit gaan of niet. De andere bepalingen betreffen de invoering van terugbetalingsverplichtingen die tot nu toe niet bestonden. In verband met het vorenstaande adviseert het college per bepaling waaraan terugwerkende kracht is toegekend in de toelichting uiteen te zetten of die bepaling belastende werking kan hebben voor schoolbesturen en, indien dat het geval is, deze aan te passen dan wel aan te geven waarom het verantwoord is aan de bepaling terugwerkende kracht toe te kennen.

2. Met artikel X, tweede lid, wordt beoogd een regeling te treffen over het van toepassing blijven van het oude recht op beroepen die op of na de inwerkingtreding van de wijzigingsbepalingen van het conceptadvies aanhangig zijn gemaakt. De Raad adviseert de bepaling ook van toepassing te doen zijn op bezwaren.

3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 31 maart 2000, no.W05.00.0061/III, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

- In artikel I, onderdeel M, van het ontwerpbesluit "Artikel C 16a. Verstrekken gegevens" wijzigen in: Artikel C 16a. Verstrekken gegevens vergoeding materiële instandhouding.
- Tevens in onderdeel M "Artikel C 16b. Maandelijkse vergoeding" wijzigen in: Artikel C 16a. Maandelijkse vergoeding bij een school gevestigd in een gebouw.
- In artikel I, onderdeel Q, van het ontwerpbesluit steeds "De omschrijving" dan wel "De aanduiding en de omschrijving" of "de aanduiding" wijzigen in: Het opschrift.
- Bovendien in hetzelfde artikelonderdeel voorzover nodig het bij de aanduiding gehanteerde hulpwerkwoord "worden" wijzigen in: wordt.
- Voorts in dat artikelonderdeel "11. De omschrijvingen van de artikelen
C 16d en C 16e vervallen." wijzigen in: 11. Het opschrift van artikel C 16d vervalt.
- Tevens in hetzelfde artikelonderdeel "12, In de aanduiding van artikel
C 21a wordt "gevestigd op een vaartuig" vervangen door: gehuisvest op een vaartuig" wijzigen in: Artikel C 21a. Overdracht van vaartuigen of andere roerende zaken van scholen gehuisvest op een vaartuig.
- De na de vermelding Artikel III. WIJZIGING BEKOSTIGINGSBESLUIT opgenomen aanduiding "Afdeling IV vervalt" verplaatsen naar het slot van Artikel II en voorzien van de letter J.
- In artikel XI, zesde lid, "artikel II, onderdelen D, tweede en derde lid, E, tweede lid, G, tweede en derde lid, en K" wijzigen in: artikel II, onderdelen D, tweede en derde lid, E, tweede lid, G, tweede en derde lid, en J.
- Voorts in artikel XI, zesde lid, onder b, "134, eerste, derde, zevende en achtste lid, en 135 van de wet" wijzigen in: 100, eerste, vierde, achtste en negende lid, en 101 van de Wet op het basisonderwijs.
- Tevens in dat artikellid, onder d, "artikel 105d" wijzigen in: artikel 105d van de Wet op het basisonderwijs.



Nader rapport (reactie op het advies) van 18 mei 2000


1a. De toelichting is aangevuld.

1b. De huidige artikelen C 15a en C 16a van het Besluit trekkende bevolking WPO betreffen de vergoeding voor de materiële instandhouding en de vergoeding voor de huisvesting van scholen, gevestigd op een vaartuig. De nieuwe vergoedingsregeling is voor alle op een vaartuig gevestigde scholen gunstiger dan de oorspronkelijke vergoedingsregeling.

De bepalingen over de terugbetaling in de artikelen 11, derde lid, en 15, derde lid, Besluit oude eigendoms- en huurscholen WPO, artikel 26, derde lid, Bekostigingsbesluit WEC en 50, derde lid, Bekostigingsbesluit W.V.O. scheppen geen nieuwe verplichtingen. In deze artikelen is slechts een splitsing gemaakt tussen terugbetaling van uitgaven voor voorzieningen die tot stand zijn gebracht op basis van regelgeving vóór en ná 1 januari 1997 (de ingangsdatum van de decentralisatie van de huisvesting). De wijziging van artikel 50 Bekostigingsbesluit W.V.O. werkt overigens slechts terug tot en met 1 augustus 1998, omdat dit en de overige in dat besluit te wijzigen artikelen pas met ingang van die datum aan het Bekostigingsbesluit W.V.O. zijn toegevoegd. Vóór die datum was dezelfde regeling voor de desbetreffende onderwijssoorten opgenomen in het Bekostigingsbesluit ISOVSO (dat met ingang van die datum is gewijzigd in het Bekostigingsbesluit WEC),

2. Het besluit is overeenkomstig het advies van de Raad aangepast.

3. De redactionele kanttekeningen zijn verwerkt.

Van de gelegenheid van het uitbrengen van het nader rapport is gebruik gemaakt door het opschrift aan te passen.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen