Ontwerpbesluit met nota van toelichting tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit in verband met de wijziging van de categorieën van de machtiging tot voorlopig verblijf vrijgestelde vreemdelingen (wijziging categorieën vrijgestelde vreemdelingen).


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit in verband met de wijziging van de categorieën van de machtiging tot voorlopig verblijf vrijgestelde vreemdelingen (wijziging categorieën vrijgestelde vreemdelingen).

Bij Kabinetsmissive van 25 juli 2000, no.00.004403, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit in verband met de wijziging van de categorieën van de machtiging tot voorlopig verblijf vrijgestelde vreemdelingen (wijziging categorieën vrijgestelde vreemdelingen).

Op grond van artikel 52a van het Vreemdelingenbesluit is een aantal categorieën vreemdelingen vrijgesteld van het bezit van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Het ontwerpbesluit strekt ertoe hieraan een aantal nieuwe categorieën toe te voegen en een aantal bestaande categorieën samen te voegen.
De Raad van State heeft om de volgende reden ernstige bezwaren tegen het ontwerpbesluit.

Het ontwerpbesluit behelst een wijziging van het thans nog bestaande Vreemdelingenbesluit. Inmiddels is in de Staatscourant bij wijze van voorpublicatie een ontwerpbesluit vrijstelling mvv-vereiste gepubliceerd.(zie noot 1) Beoogd wordt dit ontwerpbesluit deel te laten uitmaken van het op de Vreemdelingenwet 2000 te baseren Vreemdelingenbesluit 2000, dat naar verwachting in het voorjaar van 2001 in werking zal treden. De inhoud van dit ontwerp wijkt op een aantal punten af van het thans ter advisering aan de Raad voorgelegde ontwerpbesluit.
Reeds voor de inwerkingtreding van het thans voorliggende ontwerpbesluit is derhalve duidelijk op welke punten de daarin opgenomen regeling binnen zeer afzienbare tijd zal worden gewijzigd.

De Raad acht deze gang van zaken in strijd met de beginselen van behoorlijke wetgeving. Zo al behoefte bestaat aan een wijziging van de bestaande regeling van het mvv-vereiste voor de korte tijd die resteert tot de inwerkingtreding van het Vreemdelingenbesluit 2000, zou die wijziging naar het oordeel van de Raad in ieder geval in overeenstemming moeten worden gebracht met de thans reeds in de Staatscourant voorgepubliceerde regeling.

De Raad adviseert dan ook het ontwerpbesluit in die zin aan te passen, en het aldus gewijzigde ontwerpbesluit opnieuw aan de Raad ter advisering voor te leggen. Eerst bij die gelegenheid zal de Raad zijn oordeel geven over de inhoud van de regeling.

De Raad van State heeft mitsdien bezwaar tegen het ontwerpbesluit en geeft U in overweging niet dienovereenkomstig te besluiten.

De Vice-President van de Raad van State



Nader rapport (reactie op het advies) van 15 februari 2001


De Raad van State heeft ernstige bezwaren tegen het ontwerpbesluit. Het college acht de voorgestelde wijziging van artikel 52a van het huidige Vreemdelingenbesluit in strijd met de beginselen van behoorlijke wetgeving, nu tegelijkertijd met de aanbieding van deze voorgenomen wijziging aan de Raad een ontwerp van een artikel van het Vreemdelingenbesluit 2000 in de Staatscourant was gepubliceerd. In laatstgenoemd ontwerpartikel werd op onderdelen een andere regeling inzake de vrijstelling van het vereiste van de machtiging tot voorlopig verblijf voorgesteld. Inmiddels is het Vreemdelingenbesluit 2000 vastgesteld en gepubliceerd (Stb. 2000,497). Naar verwachting zal dat besluit op 1 april aanstaande in werking treden. Om die reden bestaat geen behoefte meer aan wijziging van artikel 52a van het huidige Vreemdelingenbesluit.

Daartoe gemachtigd door de ministerraad moge ik U verzoeken het hierbij gevoegde ontwerpbesluit overeenkomstig het advies van de Raad van State niet te bekrachtigen en goed te vinden dat het onderhavige nader rapport tezamen met het advies van de Raad van State en het ontwerp-besluit en de daarbij behorende nota van toelichting zoals deze aan de Raad van State zijn voorgelegd, openbaar wordt gemaakt.

De Staatssecretaris van Justitie



(1) Stcrt. 24 juli 2000, nr.140.