Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van de Penitentiaire maatregel in verband met de verkorting van de programmaduur in inrichtingen.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van de Penitentiaire maatregel in verband met de verkorting van de programmaduur in inrichtingen.

Bij Kabinetsmissive van 29 juni 2000, no.00.003919, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende wijziging van de Penitentiaire maatregel in verband met de verkorting van de programmaduur in inrichtingen.

Met de voorgestelde wijzigingen van de Penitentiaire maatregel wordt beoogd, door verlaging van het minimum aantal uren van de programmaduur per week in het regime van algehele en van beperkte gemeenschap van respectievelijk 88 naar 78 uren en van 83 naar 78 uren, een bijdrage te leveren aan de ombuigingstaakstelling op de begroting van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) die in de volle omvang moet oplopen tot 115 miljoen gulden structureel.
In het Regeerakkoord staat een passage over meer doelmatigheid en versobering in het gevangeniswezen. Bij brieven van 27 mei en 30 september 1999 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is het parlement nader geïnformeerd.
De voorgestelde wijzigingen van de Penitentiaire maatregel vormen samen een van de voorgestelde maatregelen. De Raad van State heeft over dit voorstel de volgende opmerkingen.

1. De Raad merkt op dat de Centrale Raad voor de Strafrechtstoepassing (hierna: Centrale Raad) geen advies is gevraagd over het voorliggende voorstel. De Centrale Raad heeft wel terzake een ongevraagd advies uitgebracht, aan de inhoud waarvan in de nota van toelichting echter geen aandacht is geschonken. Het commentaar van de Centrale Raad bevat in feite een ernstige en ook uitvoerig gemotiveerde kritiek op de voorstellen die in het ontwerpbesluit worden gedaan. De Centrale Raad wijst er onder meer met klem op dat de voorgestelde ingrepen in de duur van de dagprogramma’s van de gedetineerden niet mogen worden beschouwd als een louter technische aangelegenheid. Zo heeft de bekorting van dagprogramma’s volgens de Centrale Raad onwenselijke gevolgen voor het regime van de gevangenisgemeenschap en het contact tussen gedetineerden enerzijds en personeel en hulpverleners anderzijds, terwijl bovendien onvoldoende aandacht kan worden gegeven aan gedetineerden met bijzondere problematiek.
De Raad meent dat in het licht van de kritiek van de Centrale Raad de gevolgen van de voorgestelde verdere verkorting van de programmaduur per week in het regime van algehele en beperkte gemeenschap nader onder ogen zouden moeten worden gezien. Indien het voorstel gehandhaafd zou worden, dient in de toelichting nader te worden ingegaan op de opmerkingen van de Centrale Raad.

2. In de nota van toelichting wordt gesteld dat het onderscheid tussen de regimes van algehele en beperkte gemeenschap zal blijven bestaan bij de voorgestelde korting van de minimum programmaduur en dat dit tot uitdrukking zal komen in de omstandigheden waaronder de gedetineerden dat gedeelte van hun programmaduur doorbrengen waarvoor geen activiteiten voorzien zijn: in beperkte gemeenschap op hun eigen cel, in algehele gemeenschap op de groep. Het college is van oordeel dat op deze wijze onvoldoende wordt ingegaan op de effecten die de voorgenomen wijzigingen zullen hebben op elke van de beide regimes. Nu de voorliggende maatregel blijkens de nota van toelichting inmiddels op uitvoeringsconsequenties is getoetst, beveelt de Raad aan in de toelichting uitvoeriger informatie te verschaffen over de betekenis van het beoogde bezuinigingsresultaat voor de in de artikelen 19 tot en met 22 van de Penitentiaire beginselenwet bedoelde regimes.

3. Blijkens de nota van toelichting worden de voorstellen gedaan in het kader van een ombuigtaakstelling op de begroting van de Dienst Justitiële Inrichtingen. De nota van toelichting noemt in dit verband een bedrag van 15 miljoen gulden. In de nota van toelichting wordt echter geen inzicht gegeven hoe deze kostenbesparing is berekend. De Raad adviseert de nota van toelichting ook op dit punt aan te vullen.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Nader rapport (reactie op het advies) van 23 oktober 2000


1. De Raad vraagt in de toelichting nader in te gaan op enkele opmerkingen die de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing (CRS) in zijn advies, gedateerd 7 juli 2000 (kenmerk 5039790/00/AvB/rb) heeft gemaakt met betrekking tot de gevolgen van de voorgestelde maatregel voor de regimes van algehele en beperkte gemeenschap.

De toelichting is op dit punt aangevuld.

2. De Raad beveelt aan, in de toelichting uitvoeriger informatie te verschaffen over de betekenis van de maatregel voor elk van de regimes uit de artikelen 19 tot en met 22 van de Penitentiaire beginselenwet.

De toelichting is in deze zin aangevuld.

3. De Raad adviseert in de nota van toelichting inzicht te geven in de wijze waarop de beoogde kostenbesparing is berekend.

De toelichting is in deze zin aangevuld.

4. Tot slot is de inwerkingtredingsbepaling van het ontwerpbesluit aangepast.
Nu inmiddels duidelijk is geworden dat het besluit op zo kort mogelijke termijn in werking zal moeten treden, is het niet meer nodig deze termijn bij afzonderlijk koninklijk besluit te laten bepalen.

Ik moge U hierbij heet ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Justitie