Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen.
- Kenmerk
- W09.00.0313/V
- Datum advies
- 1 september 2000
- Vindplaats
- Bijvoegsel Staatscourant 13 februari 2001, nr 31
- Infrastructuur en Waterstaat
- Algemene maatregel van bestuur
Volledige tekst
Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen.
Bij Kabinetsmissive van 24 juli 2000, no.00.004391, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen.
Het ontwerpbesluit strekt tot wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot bedrijfsauto’s en aanhangwagens, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. Deze categorieën voertuigen dienen tot nog toe voor de toelating op de weg, behalve aan de toelatingseisen op basis van de Wegenverkeerswet 1994, tevens te voldoen aan de constructie-eisen in het kader van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, die zijn gebaseerd op de Europese Overeenkomst betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR). Harmonisatie van deze constructie-eisen is nodig omdat ze per deelnemend land verschillen vertoonden, aldus de nota van toelichting. Richtlijn nr.98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998(zie noot 1) (hierna: de richtlijn) voorziet in de harmonisatie van de eisen voor typegoedkeuring. Het ontwerpbesluit voorziet in de implementatie van de richtlijn in Hoofdstuk 3 van het Voertuigreglement. De Raad van State maakt naar aanleiding van het ontwerpbesluit een aantal opmerkingen en acht de terugwerkende kracht van het voorstel bezwaarlijk. Hij is van oordeel dat het ontwerp op dat punt nader dient te worden overwogen.
1. In artikel II is gekozen voor terugwerkende kracht van dit besluit tot en met 16 januari 2000, zijnde de uiterste datum waarop de richtlijn geïmplementeerd had moeten zijn. In de nota van toelichting wordt hierover opgemerkt dat er in dit geval geen bezwaar is tegen terugwerkende kracht omdat de te implementeren constructie-eisen al werden toegepast en het betrokken bedrijfsleven daarvan op de hoogte was. De Raad wijst erop dat deze terugwerking van het besluit in samenhang met artikel 1 van de Wet op de economische delicten en artikel 22 van de Wegenverkeerswet 1994 strafbaarstelling met terugwerkende kracht impliceert van het verbod in artikel 35 van de Wegenverkeerswet 1994. Ingevolge dit laatste artikel zal het immers zijn verboden om met de in dat artikel genoemde middelen een bedrijfsauto of aanhangwagen te doen of te laten doorgaan als goedgekeurd
voor toelating volgens de in het ontwerpbesluit gestelde eisen. Op grond van artikel 16 van de Grondwet alsmede artikel 1, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is strafbaarstelling met terugwerkende kracht niet toegestaan. Gelet hierop zal artikel II van het ontwerpbesluit moeten worden heroverwogen.
2. In artikel I van het ontwerpbesluit is neergelegd het nieuwe artikel 3.9 van het Voertuigreglement. Daarin wordt bepaald dat bedrijfsauto's en aanhangwagens, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, moeten voldoen aan de bepalingen van de richtlijn. Dit betekent, zo valt in de nota van toelichting te lezen, dat voor enkele begrippen de definities van de richtlijn van toepassing zijn.(zie noot 2) Het college wijst erop dat daaronder ook het begrip "voertuig" valt dat in artikel 1.1, onderdeel bd, van het Voertuigreglement is gedefinieerd en terugkomt in de definitie van "aanhangwagen" in onderdeel a van hetzelfde artikel. In de aanhef van artikel 1.1 wordt een afwijkende definitie van de in dat artikel beschreven begrippen in andere bepalingen van het Voertuigreglement en daarop berustende regelingen mogelijk gehouden. Nu is gekozen voor aansluiting op de definitie van "voertuig" in de richtlijn en derhalve voor een andere wijze van definiëren van het begrip "voertuig", en daarmee ook van "aanhangwagen", ligt het naar de mening van de Raad in de rede dat in de voorgestelde nieuwe afdeling van het Voertuigreglement op de toepassing van die afdeling toegesneden definitiebepalingen voor deze begrippen worden opgenomen, waarbij voor de definitie van "voertuig" naar de richtlijn wordt verwezen. De toelichting kan hiertoe niet dienen (aanwijzing 214 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Geadviseerd wordt het ontwerpartikel in die zin aan te vullen.
3. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.
De Raad van State geeft U in overweging in dezen geen besluit te nemen dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 1 september 2000, no.W09.00.0313/V, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.
- In artikel I van het ontwerpbesluit en in de nota van toelichting aanwijzing 341 van de Aanwijzingen voor de regelgeving volledig in acht nemen (vermelding van "nr." voor het nummer van de aangehaalde EG-richtlijn).
Nader rapport (reactie op het advies) van 14 december 2000
1. Terecht wijst de Raad erop dat de in artikel II geregelde terugwerkende kracht de strafbaarstelling met terugwerkende kracht van het verbod van artikel 35 Wegenverkeerswet 1994 impliceert. Nu op grond van artikel 16 van de Grondwet en artikel 1, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht strafbaarstelling met terugwerkende kracht niet is toegestaan, verdient het de voorkeur de terugwerkende kracht in artikel II te schrappen, Het ontwerpbesluit is in die zin aangepast.
2. Zoals door de Raad voorgesteld, is in het nieuwe artikel 3.9 van het Voertuigreglement een omschrijving van de betrokken voertuigen opgenomen, die is ontleend aan richtlijn nr. 98/91/EG.
3. De redactionele kanttekening van de Raad is in het ontwerpbesluit verwerkt.
Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Verkeer en Waterstaat
(1) Richtlijn nr.98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998 betreffende motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PbEG L 11).
(2) Nota van toelichting, vijfde tekstblok.
Het ontwerpbesluit strekt tot wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot bedrijfsauto’s en aanhangwagens, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg. Deze categorieën voertuigen dienen tot nog toe voor de toelating op de weg, behalve aan de toelatingseisen op basis van de Wegenverkeerswet 1994, tevens te voldoen aan de constructie-eisen in het kader van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, die zijn gebaseerd op de Europese Overeenkomst betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR). Harmonisatie van deze constructie-eisen is nodig omdat ze per deelnemend land verschillen vertoonden, aldus de nota van toelichting. Richtlijn nr.98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998(zie noot 1) (hierna: de richtlijn) voorziet in de harmonisatie van de eisen voor typegoedkeuring. Het ontwerpbesluit voorziet in de implementatie van de richtlijn in Hoofdstuk 3 van het Voertuigreglement. De Raad van State maakt naar aanleiding van het ontwerpbesluit een aantal opmerkingen en acht de terugwerkende kracht van het voorstel bezwaarlijk. Hij is van oordeel dat het ontwerp op dat punt nader dient te worden overwogen.
1. In artikel II is gekozen voor terugwerkende kracht van dit besluit tot en met 16 januari 2000, zijnde de uiterste datum waarop de richtlijn geïmplementeerd had moeten zijn. In de nota van toelichting wordt hierover opgemerkt dat er in dit geval geen bezwaar is tegen terugwerkende kracht omdat de te implementeren constructie-eisen al werden toegepast en het betrokken bedrijfsleven daarvan op de hoogte was. De Raad wijst erop dat deze terugwerking van het besluit in samenhang met artikel 1 van de Wet op de economische delicten en artikel 22 van de Wegenverkeerswet 1994 strafbaarstelling met terugwerkende kracht impliceert van het verbod in artikel 35 van de Wegenverkeerswet 1994. Ingevolge dit laatste artikel zal het immers zijn verboden om met de in dat artikel genoemde middelen een bedrijfsauto of aanhangwagen te doen of te laten doorgaan als goedgekeurd
voor toelating volgens de in het ontwerpbesluit gestelde eisen. Op grond van artikel 16 van de Grondwet alsmede artikel 1, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht is strafbaarstelling met terugwerkende kracht niet toegestaan. Gelet hierop zal artikel II van het ontwerpbesluit moeten worden heroverwogen.
2. In artikel I van het ontwerpbesluit is neergelegd het nieuwe artikel 3.9 van het Voertuigreglement. Daarin wordt bepaald dat bedrijfsauto's en aanhangwagens, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, moeten voldoen aan de bepalingen van de richtlijn. Dit betekent, zo valt in de nota van toelichting te lezen, dat voor enkele begrippen de definities van de richtlijn van toepassing zijn.(zie noot 2) Het college wijst erop dat daaronder ook het begrip "voertuig" valt dat in artikel 1.1, onderdeel bd, van het Voertuigreglement is gedefinieerd en terugkomt in de definitie van "aanhangwagen" in onderdeel a van hetzelfde artikel. In de aanhef van artikel 1.1 wordt een afwijkende definitie van de in dat artikel beschreven begrippen in andere bepalingen van het Voertuigreglement en daarop berustende regelingen mogelijk gehouden. Nu is gekozen voor aansluiting op de definitie van "voertuig" in de richtlijn en derhalve voor een andere wijze van definiëren van het begrip "voertuig", en daarmee ook van "aanhangwagen", ligt het naar de mening van de Raad in de rede dat in de voorgestelde nieuwe afdeling van het Voertuigreglement op de toepassing van die afdeling toegesneden definitiebepalingen voor deze begrippen worden opgenomen, waarbij voor de definitie van "voertuig" naar de richtlijn wordt verwezen. De toelichting kan hiertoe niet dienen (aanwijzing 214 van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Geadviseerd wordt het ontwerpartikel in die zin aan te vullen.
3. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.
De Raad van State geeft U in overweging in dezen geen besluit te nemen dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State
Bijlage bij het advies van de Raad van State van 1 september 2000, no.W09.00.0313/V, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.
- In artikel I van het ontwerpbesluit en in de nota van toelichting aanwijzing 341 van de Aanwijzingen voor de regelgeving volledig in acht nemen (vermelding van "nr." voor het nummer van de aangehaalde EG-richtlijn).
Nader rapport (reactie op het advies) van 14 december 2000
1. Terecht wijst de Raad erop dat de in artikel II geregelde terugwerkende kracht de strafbaarstelling met terugwerkende kracht van het verbod van artikel 35 Wegenverkeerswet 1994 impliceert. Nu op grond van artikel 16 van de Grondwet en artikel 1, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht strafbaarstelling met terugwerkende kracht niet is toegestaan, verdient het de voorkeur de terugwerkende kracht in artikel II te schrappen, Het ontwerpbesluit is in die zin aangepast.
2. Zoals door de Raad voorgesteld, is in het nieuwe artikel 3.9 van het Voertuigreglement een omschrijving van de betrokken voertuigen opgenomen, die is ontleend aan richtlijn nr. 98/91/EG.
3. De redactionele kanttekening van de Raad is in het ontwerpbesluit verwerkt.
Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Verkeer en Waterstaat
(1) Richtlijn nr.98/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 1998 betreffende motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en tot wijziging van richtlijn 70/156/EEG betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PbEG L 11).
(2) Nota van toelichting, vijfde tekstblok.