Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart (implementatie richtlijn nr.96/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PbEG L 235)).


Volledige tekst

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende wijziging van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart (implementatie richtlijn nr.96/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PbEG L 235)).

Bij Kabinetsmissive van 10 oktober 2000, no.00.005581, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende wijziging van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart (implementatie richtlijn nr.96/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PbEG L 235)).

Het ontwerpbesluit strekt in hoofdzaak tot implementatie van richtlijn nr.96/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PbEG L 235) (hierna: de richtlijn). Daarnaast strekt de wijziging tot aanpassing van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart aan de gewijzigde Binnenschepenwet en aan de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht. In verband met de onderhavige wijziging van het Besluit vaarbewijzen binnenvaart en met de wijziging van de Binnenschepenwet ter implementatie van de richtlijn, worden tevens het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart en het besluit van 15 april 1992, houdende regelen met betrekking tot de bevoegdheid tot het geven van verkeersinformatie dan wel verkeersaanwijzingen en de daartoe aan de bevoegde personen te stellen eisen, in het voorliggende besluit aangepast.
Het ontwerpbesluit geeft de Raad van State aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

1. Met het wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan een communautair besluit dat voor een deel reeds in een andere regeling, namelijk de Binnenschepenwet, is geïmplementeerd. De verhouding tussen de wijziging van de Binnenschepenwet en de onderhavige wijziging wordt in de nota van toelichting niet uiteengezet. De Raad adviseert overeenkomstig aanwijzing 212 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar) de toelichting op dit punt aan te vullen.

2. Zoals hiervoor reeds vermeld, strekt het ontwerpbesluit in hoofdzaak tot implementatie van de richtlijn. Om de regelingen eenvoudiger met elkaar te kunnen vergelijken is het naar de mening van het college wenselijk om in de toelichting een transponeringstabel op te nemen. Dit geldt des te meer nu de richtlijn voor een deel in de Binnenschepenwet wordt geïmplementeerd. Het college beveelt dan ook aan om, mede gelet op Aanwijzing 344 Ar, te voorzien in een vergelijkend overzicht.

3. Ingevolge artikel 13 van de richtlijn dient deze uiterlijk op 7 april 1998 te zijn geïmplementeerd. De termijn voor implementatie is derhalve over-
schreden. De Raad adviseert in de toelichting op de eventuele gevolgen van deze termijnoverschrijding in te gaan.

4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 8 december 2000, no.W09.00.0462/V, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

- In artikel III "besluit" met een hoofdletter beginnen.
- In de laatste alinea van paragraaf 1, Algemeen, van de nota van toelichting aangeven waar "hiermee" op slaat.



Nader rapport (reactie op het advies) van 8 januari 2001


1, Naar de mening van ondergetekende wordt in § 1 Algemeen, onderdeel a, van de nota van toelichting hieraan afdoende voldaan.

2. Bij de desbetreffende wijziging van de Binnenschepenwet is een transponeringstabel opgenomen. In deze tabel wordt, naar de mening van ondergetekende, afdoende aangegeven waar de richtlijn in het Besluit vaarbewijzen binnenvaart wordt geïmplementeerd. In de nota van toelichting, § 1 Algemeen, onderdeel a, wordt naar deze transponeringstabel verwezen.

3. De termijnoverschrijding heeft geen gevolgen. Derhalve behoeft daarop in de toelichting niet te worden ingegaan.

4. De redactionele kanttekeningen van de Raad zijn overgenomen.

Ambtshalve is, gelet op het vervallen van artikel 23, nog een technische wijziging aangebracht in artikel 3, tweede lid, onderdeel b.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat