Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels betreffende het weigeren van vergoeding van kosten van WIK-uitkeringen aan gemeenten (Besluit weigering rijksvergoeding WIK).
- Kenmerk
- W12.00.0504/IV
- Datum advies
- 17 november 2000
- Vindplaats
- Bijvoegsel Staatscourant 9 januari 2001, nr 6
- Sociale zaken en Werkgelegenheid
- Algemene maatregel van bestuur
Volledige tekst
Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels betreffende het weigeren van vergoeding van kosten van WIK-uitkeringen aan gemeenten (Besluit weigering rijksvergoeding WIK).
Bij Kabinetsmissive van 2 november 2000, no.00.005957, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels betreffende het weigeren van vergoeding van kosten van WIK-uitkeringen aan gemeenten (Besluit weigering rijksvergoeding WIK).
Het ontwerpbesluit is een uitwerking van artikel 38, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK). Daarin is bepaald dat er bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld kunnen worden met betrekking tot de toepassing van het derde lid van dat artikel. Op grond van het derde lid kan de minister een vergoeding geheel of gedeeltelijk aan een gemeente weigeren en een reeds betaalde vergoeding geheel of gedeeltelijk terugvorderen of verrekenen indien het uitkering betreft die is verleend in strijd met het bij en krachtens de WIK bepaalde, niet is voldaan aan het bepaalde bij en krachtens artikel 30 WIK of het uitkering betreft die niet of niet volledig overeenkomstig hoofdstuk IV is.
In de nota van toelichting staat dat thans van de bevoegdheid in artikel 38, vierde lid, WIK is gebruikgemaakt vanwege de rechtszekerheid en waarborging van rechtsgelijkheid jegens gemeenten.(zie noot 1)
Het systeem zoals dat in het ontwerpbesluit is neergelegd is ook gehanteerd in het Besluit weigering rijksvergoeding Abw, Ioaw en Ioaz. De verwantschap tussen dit en het ontwerpbesluit geldt voor een belangrijk deel ook ten aanzien van de inhoud van de regelingen.(zie noot 2) Zo wordt in beide gevallen de vergoeding voor de ten laste van de gemeente gebleven kosten met een bepaald percentage gekort, teruggevorderd of verrekend indien die niet voldoet aan de wettelijke verplichtingen. De hoogte van het percentage wordt in het ontwerpbesluit niet genoemd maar zal in een ministeriële regeling worden vastgesteld. In het Besluit weigering rijksvergoeding Abw, Ioaw en Ioaz daarentegen zijn de maximale toe te passen percentages wel vermeld. Als rechtszekerheid en waarborging van rechtsgelijkheid de motieven vormen voor het opstellen van het ontwerpbesluit, zou ernaar gestreefd moeten worden de percentages, of ten minste de te hanteren maximale percentages in de regeling zelf op te nemen. De noodzaak om de percentages bij ministeriële regeling vast te stellen blijkt niet uit het ontwerpbesluit. De Raad beveelt aan alsnog percentages in het ontwerpbesluit op te nemen.
De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State
Nader rapport (reactie op het advies) van 9 december 2000
Aangezien rechtszekerheid en waarborging van rechtsgelijkheid de motieven voor het opstellen van het besluit zijn, is de aanbeveling van de Raad overgenomen om in het besluit zelf meer omtrent de te hanteren percentages op te nemen. Er is thans voor gekozen de percentages in het besluit zelf op te nemen, waardoor nadere ministeriële regelgeving niet langer noodzakelijk is. Bij de te hanteren percentages is aansluiting gezocht bij de Regeling financiering Abw, IOAW en IOAZ, die met ingang van 1 januari 2001 onder andere het Besluit weigering rijksvergoeding Abw, Ioaw en Ioaz vervangt. Met betrekking tot de wijze waarop uitvoering zal worden gegeven aan artikel 4 van het onderhavige besluit zal aansluiting worden gezocht bij de Beleidsregels verbetertrajecten en zelfstandig beroep die op basis van de Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ met ingang van 1 januari 2001 in werking zullen treden. Het ontwerpbesluit en de ontwerpnota van toelichting zijn in bovenvermelde zin aangepast.
Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(1) Nota van toelichting, vijfde alinea, tweede paragraaf.
(2) De WIK sluit voor wat betreft de financiering van de uitkeringskosten zowel qua systeem als qua procedure aan bij de Algemene bijstandswet. Zie kamerstukken II 1996/97, 25 053, nr.3, p.26.
Het ontwerpbesluit is een uitwerking van artikel 38, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK). Daarin is bepaald dat er bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld kunnen worden met betrekking tot de toepassing van het derde lid van dat artikel. Op grond van het derde lid kan de minister een vergoeding geheel of gedeeltelijk aan een gemeente weigeren en een reeds betaalde vergoeding geheel of gedeeltelijk terugvorderen of verrekenen indien het uitkering betreft die is verleend in strijd met het bij en krachtens de WIK bepaalde, niet is voldaan aan het bepaalde bij en krachtens artikel 30 WIK of het uitkering betreft die niet of niet volledig overeenkomstig hoofdstuk IV is.
In de nota van toelichting staat dat thans van de bevoegdheid in artikel 38, vierde lid, WIK is gebruikgemaakt vanwege de rechtszekerheid en waarborging van rechtsgelijkheid jegens gemeenten.(zie noot 1)
Het systeem zoals dat in het ontwerpbesluit is neergelegd is ook gehanteerd in het Besluit weigering rijksvergoeding Abw, Ioaw en Ioaz. De verwantschap tussen dit en het ontwerpbesluit geldt voor een belangrijk deel ook ten aanzien van de inhoud van de regelingen.(zie noot 2) Zo wordt in beide gevallen de vergoeding voor de ten laste van de gemeente gebleven kosten met een bepaald percentage gekort, teruggevorderd of verrekend indien die niet voldoet aan de wettelijke verplichtingen. De hoogte van het percentage wordt in het ontwerpbesluit niet genoemd maar zal in een ministeriële regeling worden vastgesteld. In het Besluit weigering rijksvergoeding Abw, Ioaw en Ioaz daarentegen zijn de maximale toe te passen percentages wel vermeld. Als rechtszekerheid en waarborging van rechtsgelijkheid de motieven vormen voor het opstellen van het ontwerpbesluit, zou ernaar gestreefd moeten worden de percentages, of ten minste de te hanteren maximale percentages in de regeling zelf op te nemen. De noodzaak om de percentages bij ministeriële regeling vast te stellen blijkt niet uit het ontwerpbesluit. De Raad beveelt aan alsnog percentages in het ontwerpbesluit op te nemen.
De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De Vice-President van de Raad van State
Nader rapport (reactie op het advies) van 9 december 2000
Aangezien rechtszekerheid en waarborging van rechtsgelijkheid de motieven voor het opstellen van het besluit zijn, is de aanbeveling van de Raad overgenomen om in het besluit zelf meer omtrent de te hanteren percentages op te nemen. Er is thans voor gekozen de percentages in het besluit zelf op te nemen, waardoor nadere ministeriële regelgeving niet langer noodzakelijk is. Bij de te hanteren percentages is aansluiting gezocht bij de Regeling financiering Abw, IOAW en IOAZ, die met ingang van 1 januari 2001 onder andere het Besluit weigering rijksvergoeding Abw, Ioaw en Ioaz vervangt. Met betrekking tot de wijze waarop uitvoering zal worden gegeven aan artikel 4 van het onderhavige besluit zal aansluiting worden gezocht bij de Beleidsregels verbetertrajecten en zelfstandig beroep die op basis van de Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ met ingang van 1 januari 2001 in werking zullen treden. Het ontwerpbesluit en de ontwerpnota van toelichting zijn in bovenvermelde zin aangepast.
Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(1) Nota van toelichting, vijfde alinea, tweede paragraaf.
(2) De WIK sluit voor wat betreft de financiering van de uitkeringskosten zowel qua systeem als qua procedure aan bij de Algemene bijstandswet. Zie kamerstukken II 1996/97, 25 053, nr.3, p.26.