Persagenda

10.00 uur

Bestemmingsplan ‘1e herziening Buitengebied Oost’ van Kaag en Braassem

Zitting over het bestemmingsplan ‘1e herziening Buitengebied Oost’ dat de gemeenteraad van Kaag en Braassem heeft vastgesteld. Het bestemmingsplan verduidelijkt enkele regelingen uit het oude bestemmingsplan en wijzigt de bestemming van een aantal locaties. Dit naar aanleiding van een uitspraak van 18 maart 2020 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Enkele omwonenden en omliggende bedrijven komen tegen het herziene bestemmingsplan in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Een eigenaar van een woonboot is het niet eens dat in het nieuwe bestemmingsplan de ligplaats van de woonboot niet meer is opgenomen. Enkele bedrijven, waaronder een melkveehouderij en kaasmakerij, vrezen dat het bestemmingsplan hun bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden beperkt. (zaaknummer 202006529/1)

13.15 uur

Afwijzing aanvraag compensatie Regeling individueel Joods moreel rechtsherstel

Zitting over de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag van een aanvraag voor compensatie op grond van de ‘Regeling individueel Joods moreel rechtsherstel’. In de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog heeft de gemeente aan Joodse particuliere eigenaren of hun nabestaanden naheffingen opgelegd voor erfpachtcanons en straatbelasting die tijdens de oorlog onbetaald zijn gebleven. De eigenaren zijn in de oorlog weggevoerd of zaten ondergedoken en hadden dus niet de beschikking over hun bezittingen. In 2017 heeft de gemeente Den Haag een regeling vastgesteld voor moreel rechtsherstel voor Joodse eigenaren van geroofd vastgoed in Den Haag. Een kleinkind van een Joods echtpaar heeft in het kader van die regeling compensatie gevraagd. Hij heeft een tegemoetkoming van € 22.500 euro ontvangen voor het pand dat in particulier eigendom was. De gemeente heeft een aanvraag voor compensatie voor ander onroerend goed afgewezen, omdat het in bezit was van een aantal naamloze vennootschappen. De man vindt dat het gemeentebestuur de voorwaarde in de regeling niet had mogen toepassen dat onroerend goed in particulier bezit moet zijn. De rechtbank Den Haag gaf hem daarin geen gelijk. De man laat het er niet bij zitten en komt tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 202101199/1)