Thom de Graaf houdt eerste Mohamed Rabbae-lezing

Gepubliceerd op 8 maart 2023

Dinsdagavond 7 maart hield vice-president Thom de Graaf de eerste Mohamed Rabbae-lezing in Rotterdam. Deze lezing is georganiseerd door het Landelijk Beraad Marokkanen waarvan Rabbae voorzitter is geweest. Mohamed Rabbae overleed in mei vorig jaar. Thema van de bijeenkomst was de rol van de rechtsstaat in veranderende tijden en hoe deze te beschermen. Het is belangrijk om eerst in te zoomen op de vraag wat de rechtsstaat precies behelst, en van wie de rechtsstaat eigenlijk is. Thom de Graaf beantwoordt deze vragen in zijn lezing.

“Rechtsstaat en democratie hebben verschillende uitgangspunten, maar horen in ons land onlosmakelijk bij elkaar. Wetten komen immers tot stand met instemming van het parlement dat door de kiezers is samengesteld op grond van vrije en geheime verkiezingen. Vandaar dat wij ook wel spreken over de democratische rechtsstaat. Ik vind dat belangrijk om op te merken, want niet iedereen ziet altijd die samenhang. Sommigen hebben de neiging om moderne democratie te verwarren met meerderheidsbesluitvorming. Als de meerderheid dat wil kunnen rechten van minderheden worden beperkt, internationaal recht worden veronachtzaamd en rechtelijke uitspraken aan de laars gelapt. Wie dat denkt, vergeet dat democratie niet zonder recht kan bestaan. Net zo min als een rechtsstaat zonder democratie bestaansrecht heeft, dat wordt een lege huls.”

(…)

“De rechtsstaat is dus een voortdurend samenspel van vele spelers, niet statisch, maar voortdurend in beweging. Onafhankelijkheid van elkaar is daarbij cruciaal. Niet alleen van de rechter en natuurlijk de politici, maar ook van wetenschap en vrije pers,” aldus Thom de Graaf. “De rechtsstaat is niet alleen van de staatsinstellingen. Ook van de maatschappelijke organisaties en van belangengroepen die hun weg naar de rechter weten te vinden, en dat is maar goed ook. En van alle denkbare minderheden in ons land die hun rechtmatige plek in de samenleving opeisen en daarin ook willen worden erkend.” Maar hij zegt daar uitdrukkelijk bij dat de rechtsstaat niet exclusief van hen is of van iemand anders. Niet van een meerderheid, maar ook niet van minderheden. Als de rechtsstaat gelijke bescherming beoogt en gelijke rechten voor allen, is de vraag van wie de rechtsstaat is volgens hem dus al beantwoord. “Van iedereen én voor iedereen. Niemand kan zich de rechtsstaat toe-eigenen.”

Thom de Graaf eindigt zijn lezing met het pleidooi dat “wij ons in de eerste plaats moreel, maar als het nodig mocht blijken ook juridisch, moeten wapenen tegen autocratische, anti-democratische onderstromen in onze samenleving. De waarschuwingen van de veiligheids- en antiterrorisme-diensten zijn te luid en te frequent om die onderstromen af te doen als verwaarloosbare folklore. Buitenlandse voorbeelden moeten ook ons alert maken. Het debat moet worden gevoerd over de weerbaarheid van onze rechtsstaat. Dan hebben we het niet alleen over de transparantie van politieke partijen, maar ook over de bestrijding van (deep) fake news, cyberveiligheid, vroegtijdig interveniëren in activiteiten die de rechtsstaat ondermijnen of daartoe oproepen. En natuurlijk de bestrijding van alle vormen van discriminatie op alle gronden. De staat zal zich krachtig moeten weren tegen aanzetten tot haat – al dan niet via hondenfluitjes – en geweld tegen moslims, joden, buitenlanders, wie dan ook. De democratische rechtsstaat moet een sterke staat willen zijn die bestand is tegen bewust bederf.”


Mr. Th. C. (Thom) de Graaf in zijn kantoor

Lees hier de volledige tekst van de lezing van Thom de Graaf.