Afdeling bestuursrechtspraak wil uitsluitsel over detentie van vreemdelingen met asiel in ander EU-land

Gepubliceerd op 4 september 2019

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (4 september 2019) in drie zaken een zogenoemde prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg.

De vraag gaat over het gevangen zetten van vreemdelingen die in een andere lidstaat van de Europese Unie asiel hebben gekregen en niet naar die lidstaat willen terugkeren. De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie weten of deze detentie in strijd is met het Europese recht.

Achtergrond

De vreemdelingen in deze zaken hebben in Nederland een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvragen niet-ontvankelijk verklaard en dus niet inhoudelijk behandeld, omdat de vreemdelingen al in een andere lidstaat van de EU een geldige vluchtelingenstatus hebben. Daarnaast heeft de staatssecretaris de vreemdelingen opgedragen onmiddellijk te vertrekken naar die lidstaten. Nadat de vreemdelingen daar niet aan hadden voldaan, heeft de staatssecretaris hen gevangen gezet om er zeker van te zijn dat zij daadwerkelijk vertrekken. Volgens de vreemdelingen is dat onrechtmatig, omdat de Europese Terugkeerrichtlijn dat niet zou toestaan.

Prejudiciële vraag

De vraag is of de Terugkeerrichtlijn op deze situatie van toepassing is, omdat het doel van de detentie vertrek naar een andere lidstaat is en de Terugkeerrichtlijn gaat over terugkeer naar landen buiten de EU. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt het zeer onwenselijk als de uitkomst is dat de Terugkeerrichtlijn in de weg staat aan elke vorm van gedwongen vertrek van een vreemdeling naar een andere lidstaat van de EU. De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie weten of de Terugkeerrichtlijn aan de detentie van de vreemdelingen in een situatie als deze in de weg staat. Daarbij is van belang dat deze vreemdelingen al internationale bescherming genieten in een andere lidstaat, dat het doel van de detentie verwijdering naar die andere lidstaat is en dat de vreemdelingen eerst al de opdracht hebben gekregen te vertrekken.

Schorsing behandeling

De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de verdere behandeling van de drie zaken in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak de behandeling voortzetten en uiteindelijk een definitieve uitspraak doen in deze zaken.


Lees hier de volledige tekst van de verwijzingsuitspraak met zaaknummers 201808499/1, 201809949/1 en 201810377/1.