Uitspraak 201000635/1/R2


Volledige tekst

201000635/1/R2.
Datum uitspraak: 15 december 2010

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te [woonplaats],

en

de raad van de gemeente Overbetuwe,
verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 20 oktober 2009, kenmerk 09RB000221, heeft de raad het bestemmingsplan "Sportcomplex De Pas, Elst" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 januari 2010, beroep ingesteld. Bij brief van 2 maart 2010 is het beroep aangevuld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 oktober 2010, waar [appellant], in persoon en bijgestaan door mr. P.J.G. Poels, advocaat te Nijmegen, en de raad vertegenwoordigd door T. van der Wielen en H. Bos, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. Met het bestemmingsplan is beoogd grotendeels de bestaande situatie, een veldsportcomplex vast te leggen. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van een nieuwe toegangsweg richting de hockeyclub inclusief parkeervoorzieningen mogelijk. Verder biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid voor de realisatie dan wel uitbreiding van clubgebouwen en kleedfaciliteiten. Daarnaast is ook het perceel Rijksweg Zuid 29 onderdeel van het bestemmingsplan. Tevens wordt met het plan de aanleg van een 3e hockeyveld mogelijk gemaakt.

2.2. [appellant], wonend aan de [locatie], betoogt dat zijn gronden en opstallen ten onrechte niet ook onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan en de planbegrenzing ten onrechte samenvalt met de grenzen van het sportcomplex.

2.2.1. Gelet op de systematiek van de Wet op de ruimtelijke ordening komt de raad in beginsel een grote mate van beleidsvrijheid toe bij het bepalen van de begrenzingen van een bestemmingsplan. Deze vrijheid strekt echter niet zo ver dat de raad een begrenzing kan vaststellen die in strijd met een goede ruimtelijke ordening moet worden geoordeeld of anderszins in strijd is met het recht. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad een planbegrenzing heeft vastgesteld die in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling neemt hierbij de motivering van de raad in aanmerking om bij de herziening van het bestemmingsplan niet de burgerwoningen mee te nemen. Het bestemmingsplan heeft betrekking op een veldsportcomplex en recreatieve activiteiten en niet op burgerwoningen. Het perceel aan de Rijksweg Zuid 29 is wel meegenomen in het bestemmingsplan vanwege de direct fysieke betrokkenheid bij het plan, omdat de toekomstige toegangsweg voor het sportcomplex deels over grond van dit perceel loopt. Hierdoor dient ook een watergang en groenopstand te worden verplaatst op hetzelfde perceel.

2.3. [appellant] betoogt dat de raad zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat bij de omliggende woningen aan de Rijksweg Zuid sprake zal zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat omdat hier zou zijn voldaan aan de indicatieve afstanden zoals die in de brochure "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (verder: de vng-brochure) is aanbevolen. Hij voert daartoe aan dat de raad ten onrechte niet in aanmerking heeft genomen dat op een l-vormige strook die grenst aan de percelen van de woningen aan de Rijksweg Zuid, op welke gronden de bestemming "Sport" en de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-1 (sba-1)" rust, activiteiten kunnen plaatsvinden zoals horeca, kinderopvang, buitenschoolse opvang, scouting en kamperen, die geluidhinder kunnen veroorzaken. Binnen de strook met de aanduiding "sba-1" is op grond van artikel 6 van de planregels buiten het bouwvlak een gebouw van 150 m2 van maximaal 3 meter hoogte toegestaan. Gelet hierop is, aldus [appellant], niet uitgesloten dat ter plaatse van de meergenoemde strook een kantine, clubgebouw, of een gebouw te gebruiken als kinderopvang of naschoolse opvang wordt opgericht. Voorts voert [appellant] aan dat de bestemming en de aanduiding ter plaatse van deze strook ook andere inrichtingen en activiteiten mogelijk maakt zoals een zwembad, een openluchtijsbaan en skelter- of kartbanen die volgens de vng-brochure een grotere richtafstand hebben dan 50 meter waaraan voor de meest nabijgelegen woningen niet wordt voldaan. Tevens is, aldus [appellant], ter plaatse van de strook een hockeyveld zonder verlichting mogelijk, zodat ook niet aan de richtafstand voor veldsportcomplexen wordt voldaan.

2.3.1. Ingevolge artikel 6.1.1 van de planregels zijn de voor "Sport" aangewezen gronden bestemd voor:

a. binnen en buitensportvoorzieningen;

b. sportvelden;

c. horeca;

d. kinderopvang danwel buitenschoolse opvang;

e. sportmedische behandelingen en voorzieningen;

f. verenigingsleven;

g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

h scouting;

i. kamperen;

j. een geluidscherm;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, langzaamverkeersroutes, fietsenstallingen en groenvoorzieningen en overeenkomstig de nadere detaillering zoals opgenomen in 6.1.2.

Ingevolge artikel 6.1.2. van de planregels is in het onderstaande een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1:

a. Horeca

Uitsluitend is ondersteunende horeca toegestaan;

b. Kinderopvang en naschoolse opvang

Kinderopvang en naschoolse opvang zijn uitsluitend toegestaan in een aan de functie sport ondergeschikte vorm;

c. Verenigingsleven

Verenigingsleven is uitsluitend toegestaan in een aan de functie sport ondergeschikte vorm;

d. Kamperen

Kamperen is uitsluitend toegestaan als incidentele activiteit en dient ruimtelijk ondergeschikt aan de functie sport en ondersteunend aan de bestemming sport te zijn;

e. Parkeren

Op de gronden binnen de bestemming Sport moet in voldoende parkeergelegenheid voorzien worden, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-1" geen parkeerplaatsen zijn toegestaan.

f. Ontsluitingswegen

Ter plaatse van de aanduiding "sba-1" is geen ontsluitingsweg toegestaan.

Ingevolge artikel 6.2.4, onder d, van de planregels zijn ter plaatse van de aanduiding "sba-1", bouwwerken ten behoeve van geluid- en lichtinstallaties niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van lichtinstallaties met een hoogte die niet meer bedraagt dan 3 m.

Ingevolge artikel 6.2.2. van de planregels gelden voor gebouwen de volgende bepalingen:

a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;

b. in afwijking van het gestelde onder a zijn gebouwtjes buiten het bouwvlak toegestaan, mits:

1. de bebouwde oppervlakte in totaal niet meer bedraagt dan 150 m2,

2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

Ingevolge artikel 6.3.1. van de planregels wordt onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet op de ruimtelijke ordening in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen de bestemming "Sport" ten behoeve van de uitoefening van lawaaisporten.

2.3.2. De raad heeft voor de beoordeling of ter plaatse van de omliggende woningen een goed woon- en leefklimaat kan worden gewaarborgd aansluiting gezocht bij de vng-brochure 2007. In paragraaf 5.5. van de plantoelichting is aangegeven dat feitelijk de afstand van de woningen tot de op dit moment aanwezige sportvelden meer dan 50 meter bedraagt, de grootste toetsingsafstand die volgens de vng-brochure voor een veldsportcomplex met verlichting geldt. Gelet op de bestemming is recreatief gebruik, aldus de plantoelichting, echter mogelijk tot op de grenzen van de percelen Rijksweg Zuid 39 (zuidzijde) en de woningen Rijksweg Zuid 31-37 (westzijde). Om een planologische gewenste afstand van de woningen tot het recreatieve gebruik te waarborgen, mag in dit plan de strook aangrenzend aan de onderhavige percelen, binnen de recreatieve bestemming uitsluitend worden benut voor een groene inrichting van het terrein. Dit is met de functieaanduiding "sba-1" op de verbeelding aangegeven.

In paragraaf 4 van de plantoelichting is aangegeven dat op termijn de aanleg van een derde hockeyveld mogelijk is.

2.3.3. In de vng-brochure uit 2007 wordt ter voorkoming van hinder een afstand van 50 meter aanbevolen tussen woonbebouwing en een veldsportcomplex (met verlichting) (bijgevoegd, SBI code 9261.2). Deze afstand is aanbevolen in verband met het aspect geluid. De in de vng-brochure opgenomen afstanden zijn indicatief, waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken.

2.3.4. Het veldsportcomplex ligt langs de Rijksweg Zuid waaraan onder meer de woning van [appellant] ligt. Op een groot deel van het plangebied rust de bestemming "Sport". Aan een l-vormige strook langs de woningen aan de Rijksweg Zuid is tevens de aanduiding "sba-1" toegekend. Uit de verbeelding blijkt dat de afstand van de dichtstbijzijnde woningen van onder meer [appellant] en het plandeel met de bestemming "Sport", waar twee aanwezige hockeyvelden zijn gesitueerd, ongeveer 50 meter bedraagt. De afstand van deze woningen tot de grens van het bestemmingsplan bedraagt ongeveer 10 meter. Tussen de grens van het bestemmingsplan en de twee aanwezige hockeyvelden ligt een strook met de bestemming "Sport" en de aanduiding "sba-1". De strook heeft hier een breedte van ongeveer 40 meter. In het zuiden van het plangebied heeft de strook een breedte van ongeveer 65 tot 85 meter. Langs dit deel van de strook ligt ook een woning aan de Rijksweg Zuid 39.

2.3.5. De Afdeling stelt voorop dat anders dan [appellant] heeft betoogd, een kart- en skelterbaan gelet op het bepaalde in artikel 6.3.1. van de planregels ter plaatse niet mogelijk is.

Ten aanzien van hetgeen [appellant] heeft betoogd omtrent de invulling van de strook met de aanduiding "sba-1" overweegt de Afdeling dat in de plantoelichting weliswaar is aangegeven dat de strook uitsluitend mag worden gebruikt voor een groene inrichting, maar dat dit niet is geregeld in de planregels. Hetgeen daarover in de plantoelichting is aangegeven is niet bindend. Ingevolge artikel 6 van de planregels zijn in de gebieden met de aanduiding "sba-1" geen ontsluitingswegen en parkeerplaatsen toegestaan. Ter plaatse van deze aanduiding zijn bouwwerken ten behoeve van geluid- en lichtinstallaties niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van lichtinstallaties met een hoogte die niet meer bedraagt dan 3 m. Gebouwtjes buiten het bouwvlak zijn toegestaan mits de bebouwde oppervlakte in totaal niet meer bedraagt dan 150 m2 en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter.

2.3.6. Voor het bepalen of is voldaan aan de afstand die de vng-brochure voor een veldsportcomplex aanbeveelt is de raad uitgegaan van de ligging van de twee aanwezige hockeyvelden. De lijnen op de plankaart die hockeyvelden aangeven zoals die deels al zijn aangelegd, zijn niet verklaard in de legenda en de planregels zodat de situering van de velden niet vastligt en het plan een andere inrichting van het sportcomplex mogelijk maakt. De planregels staan er voorts niet aan in de weg dat ter plaatse van de strook waar de aanduiding "sba-1" op rust een (deel van een) hockeyveld zonder geluidsinstallatie en een beperkte lichtinstallatie kan worden gerealiseerd ook op een kortere afstand dan 50 meter van de woningen aan de Rijksweg Zuid. Voor het bepalen van de afstand die de vng-brochure voorschrijft is de raad ten onrechte uitgegaan van de bestaande feitelijke situatie en niet van de mogelijkheden die het bestemmingsplan schept. In de plantoelichting is bovendien aangegeven dat de aanleg van een derde hockeyveld mogelijk is. Indien dit wordt aangelegd valt het deels binnen 50 meter van de woning aan de Rijksweg Zuid 39. De raad heeft dit ten onrechte niet onderkend.

2.3.7. Voorts is het niet uitgesloten dat op de strook met de aanduiding "sba-1" bebouwing ten behoeve van kinderopvang, naschoolse opvang en/of horeca kan worden opgericht. Er is weliswaar geen bouwvlak toegekend maar ingevolge de planregels kan buiten een bouwvlak ook ter plaatse van de gronden met de aanduiding "sba-1" een gebouw worden opgericht met een oppervlakte van 150 m2 en een bouwhoogte van 3 meter. Anders dan de raad heeft aangegeven maakt het feit dat ter plaatse geen ontsluitingswegen en parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd het oprichten van dergelijke gebouwen niet op voorhand onmogelijk nu in de nabijheid van de strook een toegangsweg en parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd. De raad heeft toegelicht dat de opgenomen bouwmogelijk buiten een bouwvlak is bedoeld om dug-outs mogelijk te maken. Nu in de planregels evenwel niets is geregeld ten aanzien van het gebruik van de gebouwen buiten het bouwvlak staat niet vast dat de bouwmogelijkheden uitsluitend zullen worden benut voor het oprichten van dug-outs.

Ingevolge het bestemmingsplan zijn bovendien ter plaatse van de strook grond scoutingactiviteiten en kamperen toegestaan, waarbij in de planregels met betrekking tot het gebruik van de strook voor de scouting geen nadere beperking is opgenomen. De Afdeling stelt vast dat de raad niet is nagegaan of het gebruik van de strook grond voor deze doeleinden niet onevenredig belastend voor de bewoners van de betrokken woningen langs de Rijksweg Zuid is.

2.4. [appellant] betoogt dat in het in opdracht van de raad uitgevoerde geluid- en lichthinderonderzoek van 26 november 2008 van DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. (hierna: het geluid- en lichthinderonderzoek) dat aan het plan ten grondslag ligt, is uitgegaan van onjuiste uitgangspunten en het geen volledig inzicht geeft in de plaatselijke situatie.

[appellant] heeft daartoe aangevoerd dat in het akoestisch onderzoek ten onrechte is uitgegaan van de in de Handreiking industrielawaai (hierna: de handreiking) genoemde richtwaarden van 50, 45 en 40 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode behorende bij een woonwijk in de stad. Hij geeft aan dat er aansluiting had moeten worden gezocht bij de richtwaarden behorende bij een rustige woonwijk, weinig verkeer.

[appellant] heeft voorts aangevoerd dat in het geluid- en lichthinderonderzoek ten onrechte geen rekening is gehouden met de activiteiten die plaats kunnen vinden binnen de strook met de aanduiding "sba-1" die is gesitueerd in de nabijheid van de woningen aan de Rijksweg Zuid. [appellant] wijst ook in dit verband op de activiteiten die in overweging 2.3. zijn opgesomd.

2.4.1. In paragraaf 5.2 van de plantoelichting is toegelicht dat aangezien in de aanloop tot het bestemmingsplan opties ter tafel zijn gekomen waarbij de richtafstand van 50 meter niet werd gehaald nader onderzoek is uitgevoerd. In dit onderzoek is de (toekomstige) realisatie van een derde kunstgrasveld bij de hockeyvereniging meegenomen.

In paragraaf 5.2. van de plantoelichting is aangegeven dat uit het geluid- en lichthinderonderzoek blijkt dat er bij de rond het plan gelegen woningen in alle situaties, voor de langtijdgemiddeld beoordelingsniveaus, wordt voldaan aan de van toepassing zijnde normen. Enige uitzondering hierop zijn de incidentele toernooi situaties. Tijdens deze toernooien wordt de richtwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau met ten hoogste 3 dB(A) overschreden. Gezien het beperkte aantal toernooien op jaarbasis en de beperkte overschrijding zal dit geen significante hinder opleveren ter plaatse van de woningen. Geconcludeerd wordt in het ter zake opgemaakte rapport dat het aspect geluid vanwege de activiteiten van de hockeyvereniging geen belemmering vormt voor de vaststelling van het plan.

Wat lichthinder betreft is in de plantoelichting opgemerkt dat uit het onderzoek blijkt dat met toepassing van de genoemde armaturen en masten geen overschrijding van de grenswaarden zal plaatsvinden ter plaatse van de rond het plangebied gelegen woningen. Naar verwachting zal daarom geen hinder optreden vanwege de veldverlichting. Ook dit aspect vormt geen belemmering voor de vaststelling van het plan.

2.4.2. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat gezien het incidentele karakter van toernooien het geluidsniveau zoals dat is gebleken uit het geluid- en lichthinderrapport acceptabel is.

2.4.3. In tabel 4 van de handreiking zijn drie verschillende woonomgevingen opgenomen. Hierin zijn afhankelijk van de aard van de woonomgeving richtwaarden in dB(A) aanbevolen. Het gaat hierbij om een landelijke omgeving, een rustige woonwijk, weinig verkeer en een woonwijk in de stad. Een rustige woonwijk wordt omschreven als een gebied met weinig verkeer. In de handreiking zijn geen definities opgenomen van de woonomgevingstypen.

2.4.4. Het plangebied is gelegen nabij de Rijksweg Zuid en nabij de bestaande voetbalvereniging, agrarische bedrijvigheid en een hoveniersbedrijf. De omgeving van het plangebied heeft wonen niet als hoofdfunctie en er zijn in de omgeving verschillende functies aanwezig zoals sportactiviteiten, horeca, verkeer en agrarische bedrijven. De Rijksweg Zuid is een drukke weg.

2.4.5. De Afdeling stelt vast dat de woonomgeving van het plangebied niet op één lijn kan worden gesteld met een landelijke omgeving, een rustige woonwijk of een woonwijk in de stad. De Afdeling acht het niet onjuist dat de raad aansluiting heeft gezocht bij het type woonomgeving dat qua kenmerken het meest overeenstemt met de woonomgeving die is opgesomd in de tabel. Gezien de kenmerken van de omgeving van het plangebied acht de Afdeling het niet onjuist dat in het geluid- en lichthinderonderzoek aansluiting is gezocht bij een woonwijk in de stad. Niet kan immers staande worden gehouden dat ter plaatse sprake is van weinig verkeer.

2.4.6. De Afdeling stelt voorts evenwel vast dat in het geluid- en lichthinderonderzoek uitsluitend rekening is gehouden met de realisatie van drie kunstgrasvelden bij de hockeyvereniging zoals die indicatief zijn aangegeven op de verbeelding. Met een andere positionering van de velden dichter bij de woningen aan de Rijksweg Zuid en met de hiervoor onder 2.3.7. omschreven bouw- en gebruiksmogelijkheden in de nabijheid van de betrokken woningen is in het geluid- en lichthinderonderzoek geen rekening gehouden.

2.5. Gelet hierop kan het geluid- en lichthinderonderzoek niet als toereikend worden aangemerkt om als onderbouwing te kunnen dienen voor het standpunt van de raad dat ook vanwege de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen de strook van 50 meter van de nabijgelegen woningen aan de Rijksweg Zuid een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de bewoners van deze woningen kan worden gegarandeerd.

2.6. In hetgeen [appellant] heeft aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid en niet berust op een deugdelijke motivering. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht te worden vernietigd.

2.7. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het beroep gegrond;

II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Overbetuwe van 20 oktober 2009, kenmerk 09RB000221;

III. veroordeelt de raad van de gemeente Overbetuwe tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgenomen proceskosten tot een bedrag van € 908,50 (zegge: negenhonderdacht euro vijftig), waarvan € 874,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

IV. gelast dat de raad van de gemeente Overbetuwe aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. M.A.A. Mondt-Schouten en mr. K.J.M. Mortelmans, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, ambtenaar van staat.

w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Ouwehand
voorzitter ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 15 december 2010

224.