Uitspraak ​201209255/2/A2


Volledige tekst

​201209255/2/A2.
Datum beslissing: 10 juli 2013

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

PROCES-VERBAAL van de mondelinge beslissing met overeenkomstige toepassing van artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op een verzoek van:

[verzoeker], wonend te Dordrecht, en anderen,
verzoekers,

om toepassing van artikel 8:15 van de Awb.

Procesverloop

Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 9 juli 2013 van zaak nr. 201209255/1/A2 hebben [verzoeker] en anderen verzocht om wraking van mr. R.W.L. Loeb (hierna: de staatsraad) als de voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van zaak nr. 201209255/1/A2.

De staatsraad heeft niet in de wraking berust.

De Afdeling heeft het wrakingsverzoek op 9 juli 2013 ter openbare zitting aan de orde gesteld, waar [verzoeker] en anderen niet zijn verschenen. De staatsraad heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid te worden gehoord.

Beslissing

Bij mondelinge beslissing van 9 juli 2013 heeft de Afdeling het verzoek om toepassing van artikel 8:15 van de Awb afgewezen.

Overweging

Daartoe heeft zij het volgende overwogen.

1. Ingevolge artikel 8:15 van de Awb kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2. Het verzoek berust op het betoog dat de staatsraad ten onrechte heeft geweigerd de gemachtigde van [verzoeker] en anderen toe te staan meer dan vijf minuten te spreken bij aanvang van de zitting. Door deze gang van zaken is volgens hen de partijdigheid van de staatsraad in het geding.

3. De staatsraad heeft als voorzitter van de meervoudige kamer van de Afdeling op de voet van artikel 8:61, eerste lid, van de Awb de leiding over het onderzoek ter zitting. De beslissingen omtrent het verloop van de zitting en de orde in de zittingszaal staan als zodanig in een wrakingsprocedure niet ter beoordeling.
Het instrument van wraking is niet bedoeld om als rechtsmiddel tegen dergelijke processuele beslissingen te worden aangewend. Zodanige beslissingen kunnen slechts leiden tot inwilliging van een wrakingsverzoek, indien deze op zich dan wel in onderlinge samenhang bezien een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat daaruit blijkt van partijdigheid van de staatsraad die de betrokken beslissing of beslissingen heeft genomen.

4. Dat de staatsraad bij aanvang van de zitting [verzoeker] en anderen te kennen heeft gegeven dat hun gemachtigde niet meer spreektijd krijgt dan vijf minuten biedt op zichzelf geen grond voor het oordeel dat de staatsraad de zitting heeft geleid op een wijze die blijk geeft van vooringenomenheid, dan wel voor het oordeel dat de gerechtvaardigde vrees bestond dat de staatsraad niet in onpartijdigheid zijn oordeel zou vormen. Hetgeen [verzoeker] en anderen hebben aangevoerd is daartoe onvoldoende.

Aldus uitgesproken in het openbaar door mr. M.G.J. Parkins-de Vin, voorzitter, en mr. C.J. Borman en mr. A.B.M. Hent, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.J. Reuveny, ambtenaar van staat.

w.g. Parkins-de Vin w.g. Reuveny
voorzitter ambtenaar van staat

622.