Burgemeester Maastricht mocht coffeeshop Easy Going in mei 2012 tijdelijk sluiten

Gepubliceerd op 18 juni 2014

De burgemeester van Maastricht mocht in mei 2012 coffeeshop Easy Going voor een maand sluiten. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (18 juni 2014). De burgemeester had de coffeeshop destijds tijdelijk gesloten, omdat de coffeeshop het zogenoemde ingezetenencriterium tot tweemaal toe niet had nageleefd. De exploitant had personen tot de coffeeshop toegelaten die niet in Nederland wonen. Volgens hem is het ingezetenencriterium in strijd met verdrags- en grondrechten en wordt hiermee een ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt naar nationaliteit.

Openbare orde en volksgezondheid

In de uitspraak overweegt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de bevoegdheid van de burgemeester om tot sluiting van coffeeshops over te gaan, is opgenomen in de Opiumwet. Die wet beoogt op nationaal niveau belangen van openbare orde en volksgezondheid te dienen. Deze belangen mag de burgemeester naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak betrekken naast de belangen die behoren tot de "gemeentelijke huishouding".

Legitiem doel

Aangezien het ingezetenencriterium een indirect onderscheid naar nationaliteit maakt, moet worden beoordeeld of voor dat onderscheid een "objectieve en redelijke rechtvaardiging" bestaat. Maatstaf hiervoor is of het maken van onderscheid een legitiem doel dient en proportioneel is in verhouding tot het te bereiken doel en dus een geschikt middel is om dit doel te bereiken. De burgemeester hanteert het ingezetenencriterium om drugstoerisme te voorkomen als onderdeel van drugsbestrijding en om te bereiken dat coffeeshops weer terugkeren naar het niveau van lokale voorzieningen. Hierdoor is minder invloed te vrezen van georganiseerde criminaliteit en hiermee dient de burgemeester naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak een legitiem doel.

Geschikt middel

Ook is volgens de hoogste algemene bestuursrechter het ingezetenencriterium, waardoor niet-ingezetenen geen toegang hebben tot coffeeshops, een geschikt middel om dat doel te bereiken, namelijk het voorkomen van drugstoerisme. "Het ingezetenencriterium is een proportionele maatregel voor de bestrijding van drugstoerisme en dat legitieme doel kan niet met andere, minder ingrijpende middelen worden bereikt", aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.
Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Conclusie van de staatsraad advocaat-generaal

De Afdeling bestuursrechtspraak had eerder in deze procedure staatsraad advocaat-generaal Keus gevraagd een conclusie te nemen over uiteenlopende uitspraken van rechtbanken over het ingezetenencriterium. Hem is gevraagd in te gaan op de vraag of het ingezetenencriterium in strijd is met de Grondwet, het internationale recht en het Europese recht. Mr. Keus kwam tot de conclusie dat dit niet het geval is. Zijn conclusie van 24 december 2013 is hier te lezen.

Volledige tekst van de uitspraak

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak over coffeeshop Easy Going in Maastricht.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft op 18 juni 2014 ook uitspraak gedaan in een soortgelijke zaak die speelde in Tilburg met coffeeshop Toermalijn. De volledige tekst van die uitspraak is hier te lezen.

English version of press release (pdf, 64 kB)

Version française du communiqué de presse (pdf, 146 kB)