Minister van Financiën mocht effecten en leningen SNS onteigenen, maar toekomstige vorderingen niet

Gepubliceerd op 25 februari 2013

De minister van Financiën mocht op 1 februari 2013 de effecten, waaronder aandelen, achtergestelde obligaties en participatiecertificaten, en de achtergestelde onderhandse leningen van SNS Bank en SNS REAAL onteigenen. Dat geldt niet voor de toekomstige vorderingen. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (25 februari 2013). Een groot aantal organisaties en particulieren uit binnen- en buitenland was bij de Raad van State in beroep gekomen tegen het onteigeningsbesluit. Onder hen bevinden zich de Vereniging van Effectenbezitters, de Stichting obligatiehouders SNS, de FNV en veel particulieren. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Stabiliteit financiële stelsel
De Raad van State is van oordeel dat de minister bevoegd was tot onteigening van de effecten en de achtergestelde onderhandse leningen van SNS Bank en SNS REAAL. Daarbij heeft de Raad van State onder meer belang gehecht aan het feit dat SNS Bank niet op eigen kracht haar kapitaaltekort kon oplossen dat met name door verliezen op de vastgoedportefeuille van SNS Bank was ontstaan. Verder had De Nederlandsche Bank geëist dat voor 31 januari een structurele oplossing voor het kapitaaltekort zou zijn bereikt. Op deze datum was een aanvaardbare oplossing echter niet voorhanden. Zonder ingrijpen van de minister zou SNS zeer waarschijnlijk failliet zijn gegaan, wat eveneens het faillissement van ASN Bank en RegioBank zou hebben betekend. Verder zou een faillissement door het depositogarantiestelsel grote gevolgen hebben gehad voor de Nederlandse banken en de Staat. Gelet op deze feiten en omstandigheden mocht de minister zich op het standpunt stellen dat de stabiliteit van het financiële stelsel ernstig en onmiddellijk in gevaar was, aldus de hoogste bestuursrechter.

Veel bezwaren waren gericht tegen het feit dat de minister zich heeft gebaseerd op het rapport van Cushman & Wakefield over de waardering van de vastgoedportefeuille. De minister mocht echter naar het oordeel van de Raad van State dit rapport aan zijn besluit ten grondslag leggen.

Toekomstige vorderingen
De Raad van State heeft het onteigeningsbesluit vernietigd voor zover de minister ook alle vorderingen heeft onteigend die voormalige aandeel- en obligatiehouders in de toekomst zouden kunnen instellen. De onteigening van deze vorderingen, die concurrente vorderingen zijn, is niet in overeenstemming met zijn eigen keuze om die vorderingen juist buiten de onteigening te houden. Bovendien verdraagt onteigening van deze toekomstige vorderingen zich slecht met het stelsel van schadeloosstelling zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht, aldus de hoogste bestuursrechter.

Onteigening
Op vrijdag 1 februari jl. heeft de Nederlandse Staat SNS REAAL en SNS Bank onteigend (genationaliseerd). Het onteigeningsbesluit is gebaseerd op de Wet op het financieel toezicht waarin sinds 2012 interventiemogelijkheden zijn opgenomen voor de minister van Financiën.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak onder nummer 201301173/1/A3.

English version of press release (pdf, 68 kB)

English version of judgment