Raad van State stelt vragen aan Europees Hof over aanvoeren van nieuw asielmotief

Gepubliceerd op 4 oktober 2017

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (4 oktober 2017) in twee vreemdelingenzaken zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg over de Europese Procedurerichtlijn. De Afdeling bestuursrechtspraak wil weten hoe op grond van deze richtlijn moet worden omgegaan met de situatie waarin een vreemdeling pas tijdens de beroepsprocedure bij de rechtbank een nieuw asielmotief naar voren brengt.

Achtergrond

Het gaat in deze zaken om twee vreemdelingen die in Nederland asiel hebben aangevraagd. Zij hebben allebei pas in de beroepsprocedure bij de rechtbank een nieuwe reden naar voren gebracht om asiel te vragen (een asielmotief). De vreemdelingen hebben dit motief dus niet eerder in de procedure bij de staatssecretaris naar voren gebracht. Op grond van de huidige rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak neemt de rechtbank zo'n nieuw aangevoerd asielmotief alleen mee als een vreemdeling een goede reden heeft voor het pas in beroep aanvoeren van zijn asielmotief. In alle andere gevallen kan de vreemdeling het asielmotief ten grondslag leggen aan een nieuwe asielaanvraag.

Prejudiciële vragen

De Europese Procedurerichtlijn bepaalt dat de rechter een volledig onderzoek moet doen naar een asielaanvraag. De Afdeling bestuursrechtspraak wil van het Hof van Justitie weten of deze verplichting zo ver gaat dat de rechter ook altijd een asielmotief dat voor het eerst in beroep wordt aangevoerd, bij de beoordeling in beroep moet betrekken. Zij wil daarbij ook van het Hof van Justitie weten of het voor de beantwoording van die vraag uitmaakt of het asielmotief echt nieuw is, of dat het al eerder bestond, maar is achtergehouden. Als de Europese Procedurerichtlijn de rechter verplicht om nieuw aangevoerde asielmotieven bij de beoordeling van het beroep te betrekken, wil de Afdeling bestuursrechtspraak van het Hof van Justitie weten of de rechter ervoor mag kiezen dergelijke asielmotieven toch buiten beschouwing te laten om de goede procesorde in de beroepsprocedure te bewaken of om ontoelaatbare vertraging daarin te voorkomen.

Schorsing behandeling

De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de behandeling van de zaken in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie. Daarna zal de Afdeling de behandeling van deze zaken voortzetten en hierin definitieve uitspraken doen.

Lees hier de uitspraak met zaaknummers 201604484/1 en 201606947/1.