Ontwerpbesluit tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 in verband met de rechtspositie van het personeel met een arbeidsbeperking dat in algemene dienst van het Rijk is aangesteld.


Volledige tekst

Ontwerpbesluit tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 in verband met de rechtspositie van het personeel met een arbeidsbeperking dat in algemene dienst van het Rijk is aangesteld.

Bij Kabinetsmissive van 5 oktober 2016, no.2016001713, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister voor Wonen en Rijksdienst, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 in verband met de rechtspositie van het personeel met een arbeidsbeperking dat in algemene dienst van het Rijk is aangesteld, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit strekt tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984) om te voorzien in bezoldigingsvoorschriften voor arbeidsbeperkten die in het kader van de Participatiewet en de zogenoemde banenafspraak in dienst zijn bij het Rijk. Belangrijkste bijzonderheden zijn de invoering van een aparte loonschaal en afwijking van de gebruikelijke functiewaarderingssystematiek.

De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het besluit vast te stellen, maar heeft opmerkingen over de effecten van de voorgestelde hoogte van de loonschaal voor de groep arbeidsbeperkten.

Bij arbeidsbeperkten gaat het om personen die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimumloon (wml) te verdienen. In de systematiek van de Participatiewet wordt een loonkostensubsidie verstrekt over het verschil tussen de vastgestelde loonwaarde en het wml. De werkgever betaalt de loonwaarde en - indien een cao van toepassing is - het bedrag waarmee het cao-loon het wml te boven gaat. In het ontwerpbesluit is - in aansluiting op het Sociaal Akkoord uit 2013 (zie noot 1) gekozen voor een loonschaal die in tien stappen loopt van 100% wml naar 120% wml.

Bij de totstandkoming van de Participatiewet is er ten aanzien van de regeling voor arbeidsbeperkten van uitgegaan dat de daadwerkelijke beloning van deze groep in principe niet boven het wml uitstijgt. (zie noot 2)
De Afdeling constateert dat er spanning bestaat tussen het wml als uitgangspunt en de afspraken die hierover zijn gemaakt in het Sociaal Akkoord uit 2013, nu daarin is voorzien in maximaal 120% wml. Voorts merkt de Afdeling op dat niet alle arbeidsbeperkten volgens de voorgestelde loonschaal zullen worden beloond. Zoals de toelichting vermeldt, ontvangt de groep arbeidsbeperkte ambtenaren met een Wajongstatus (zie noot 3) geen loonkostensubsidie, maar een beloning naar de loonwaarde, aangevuld met loondispensatie. Daardoor zullen deze arbeidsbeperkten in de Wajong in het algemeen niet meer dan het wml ontvangen. Het gevolg is evenwel dat personen met een gelijke loonwaarde, afhankelijk van de regeling waar zij onder vallen, Participatiewet of Wajong, een verschillende beloning ontvangen. Dat verschil kan als gevolg van de voorgestelde loonschaal oplopen tot zo’n 20% wml. In de toelichting ontbreekt een beschouwing over dit verschil in behandeling.

Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling in de toelichting in te gaan op de spanning tussen de Participatiewet en het Sociaal Akkoord met betrekking tot het wml en een beschouwing op te nemen over de wijze waarop wordt omgegaan met dit verschil in behandeling.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State


Nader rapport (reactie op het advies) van 11 november 2016

Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State aanleiding tot het maken van opmerkingen over de effecten van de voorgestelde hoogte van de loonschaal voor de groep arbeidsbeperkten.

De nota van toelichting is op advies van de Afdeling advisering aangepast. Daarin is verduidelijkt dat, hoewel de Participatiewet inderdaad uitgaat van een loongarantie van 100% van het geldende wettelijk minimumloon voor arbeidsbeperkten die behoren tot de doelgroep die in aanmerking komt voor loonkostensubsidie, het werkgevers vrij staat om een hoger salaris te betalen dan het wettelijk minimumloon. Tevens is daarin verduidelijkt dat een hoger salaris geen negatieve effecten heeft op de hoogte van de loonkostensubsidie en dat de arbeidsbeperkten in dat geval blijven behoren tot het doelgroepenregister. Het bedrag dat uitstijgt boven het wettelijk minimumloon komt voor rekening van de werkgever. In het Sociaal Akkoord is opgeroepen tot een mogelijke doorgroei naar 120 % om de doelgroep een zeker groeiperspectief te bieden.

Ook voor Wajongers die werkzaam zijn in de sector Rijk is het mogelijk om door te groeien tot een salaris tot in ieder geval 120% van het wettelijk minimumloon. Wajongers kunnen de stappen maken die bij hun inschaling passen. Er is dus geen sprake van een verschil in beloningsmogelijkheden tussen arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 25aa van het BBRA 1984 en Wajongers. Wel is er bij de eersten sprake van een loonkostensubsidie van de gemeente en bij de laatsten van een loondispensatie van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; bovendien verschilt de wijze van berekening van het loon enigszins, hetgeen eveneens is toegelicht.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de wijziging van artikel 16, eerste lid, ongedaan te maken. Bij nader inzien wordt dit artikel niet aangepast, omdat het nog een functie heeft voor de schalen van het Rijksschoonmaakpersoneel (Bijlage C. van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984). Voor de overige ambtenaren heeft het ongewijzigde artikel geen gevolgen, omdat er voor hen geen jeugdschalen gelden.

Ik moge U hierbij het aangepaste ontwerpbesluit en de aangepaste nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De minister voor Wonen en Rijksdienst


(1) Kamerstukken II 2012/13, 33 566, nr. 15.
(2) Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 107, blz. 54.
(3) Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).


Gehele tekst ontwerpregeling met toelichting (pdf, 254 kB)